GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1995 - pagina 54

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1995 - pagina 54

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Dat gevoel was er nog niet toen ik in opleiding was en op de klassiek-academische wijze leerde tekenen: het portret- en modeltekenen. Maar op een gegeven moment raakte ik geboeid door wat een lijn, een simpele lijn, kan uitstralen. Ik heb jarenlang niks anders gedaan dan onderzoeken wat het effect is van een diagonale lijn, een lijn met een lichte curve naar boven of naar onderen, of van een lijn die zweeft. Ga je lijnen bovendien combineren met andere elementen - stippen bijvoorbeeld - dan merk je dat die weer een heel andere gevoelswaarde hebben. Zo was ik in feite heel elementair bezig. En dan is het eigenlijk niet verwonderlijk dat mijn interesse groeide voor de manier waarop jonge kinderen met potlood en papier omgaan." De geboorte van zoon Cédric, inmiddels alweer negen jaar geleden, en diens zusje Vivienne, nog geen twee jaar terug, heeft Schretlens interesse in dat opzicht een krachtige impuls gegeven. "En een extra dimensie", voegt hij daar zelf nog aan toe, "maar de belangstelling was er al eerder." PROCÉDÉ

Afgezien van zijn primaire preoccupatie met lijnen is er nog iets wat Schretlen buitengewoon boeit in krabbelende kinderen: het feit dat het tekenen voor het kind belangrijker is dan de tekening. Het heeft bij hem aanleiding gegeven tot een meer dan middelmatige aandacht voor het procesmatige aspect van de creativiteit. Kinderen kunnen heel ingespannen zitten tekenen om na afloop de tekening verfrommeld in een hoek te gooien. Zij doen dat niet omdat ze ontevreden zijn over het eindprodukt, maar omdat het tekenen als bezigheid, als procédé hun volle aandacht heeft, veel meer nog dan het uiteindelijke resultaat. Schretlen: "Wie een schilderij bekijkt ziet het einde van een heel proces, hoe lang of hoe kort dat proces ook geduurd mag hebben. Het is een produkt. Het is af. En aan zo'n schilderij kun je zelden nog zien hoe het tot stand is gekomen. Je kunt het je hooguit proberen voor te stellen, bijvoorbeeld aan de hand van een verfspat die is uitgelopen en waaruit je dan kunt opmaken dat het doek tijdens het schilderen rechtop heeft gestaan. Meer nog dan naar het eindprodukt, gaat mijn belangstelling uit naar de ontstaansgeschiedenis. En dat vertaalt zich uiteraard in mijn eigen creatieve uitingen: ook daarin telt op het moment de aandacht voor wat ik doe en hoe ik het doe meer dan het resultaat." Feit is bovendien dat in het recente werk van Schretlen - hoofdzakelijk gemengde technieken op kleinere formaten - steeds krabbels van dochter Vivienne als uitgangspunt en inspiratiebron dienen. "Het gaat mij niet om de figuratieve associatie die bijvoorbeeld een kinderlijk getekend figuurtje van een vijf- of zesjarige bij me oproept" zegt Schretlen, "maar zuiver om de reactie die bij mij als beeldend kunstenaar, door de krabbel van een zeer jong kind wordt uitgelokt. Wat in dialoog daarmee dan ontstaat, is niet gegroeid vanuit een concept, maar is spontaan, intuïtief en vormt naar mijn stellige overtuiging een directe uitdrukking van de creatieve oerdrift die ik als kunstenaar gemeen heb met krabbelende mensapen en zeer jonge kinderen."

WETENSCHAP,

CULTUUR

et)

Dat kan mijn zoontje van anderhalf ook, zo luidt de bekende burgermanskreet bij het zien van bijvoorbeeld moderne, non-figuratieve kunst. Onzin natuurlijk, maar de scheidslijn tussen kunst en krabbel lijkt uiterst broos en wordt door lang niet iedereen ook op dezelfde plek gelegd. Dat oordeel hangt bijvoorbeeld af van de vraag of bij het bepalen van wat kunst is en wat niet, het uitgangspunt van de consument - vind ik het mooi? doet het mij wat? - of juist dat van de producent - met welke intentie is het gemaakt? - als criterium wordt gekozen. Ignace Schretlen is ondubbelzinnig van mening dat krabbels van apen of jonge kinderen, hoe decoratief wij volwassenen ze soms ook kunnen vinden, géén kunst zijn? Waar ligt voor hem de scheidslijnen? Wat zijn zijn criteria? Schretlen: "Het antwoord dat ik daarop geef hangt uiteraard sterk af van wat ik onder kunst versta. Nog los van de vraag hoe die definitie nu precies luidt, vind ik dat een bepaalde mate van artistieke vrijheid een eerste vereiste is om übeihaupt van kunst te kunnen spreken. Als beeldend kunstenaar beschouw ik de absolute vrijheid om te kiezen uit bijvoorbeeld materialen, formaten, vlakverdelingen maar ook uit de diverse stijlen, als de meest essentiële voorwaarde voor het scheppen van beeldende kunst. Deze artistieke vrijheid is niet mijn enige criterium om krabbels geen kunst te vinden. Kunst staat ook altijd in relatie tot het grote geheel van de culturele traditie. Of ik er nu op wil voortbouwen, of me er juist tegen wil afzetten: op de een of andere manier zal wat ik schep steeds ook verwijzen naar de traditie van kunst en historie." Kunst is dus per definitie cultureel gebonden en nooit a-historisch. Dat geldt zelfs voor de kunstenaar die deze cultureel-historische gebondenheid als een last ervaart en zich daarvan bewust wil bevrijden door met een blanco lei te beginnen en iets volstrekt tijdloos te scheppen. Want ook zó'n kunstenaar zet zich af tegen de traditie. Sterker nog: er is geen kunststroming zo tijdgebonden als juist die welke willens en wetens zegt tijdloos te zijn. De onontkoombare cultureel-historische context van de kunstuiting en de principiële artistieke vrijheid van de kunstenaar vormen samen het antwoord op de vraag waarom, volgens de opvattingen van Ignace Schretlen, krabbels geen kunst mogen heten. "Jonge kinderen en mensapen die met potlood en papier aan de slag gaan kunnen aan geen van beide voorwaarden voldoen. Er is geen sprake van artistieke vrijheid en ze refereren al helemaal niet aan een culturele traditie", aldus Schretlen. Krabbels van jonge kinderen lijken, in tegenstelling tot kunstuitingen van volwassenen, dus wèl volstrekt tijdloos en cultureel ongebonden. Schretlen: "Kinderkrabbels van honderden jaren her, zoals bijvoorbeeld op rotsen en in grotten wel zijn teruggevonden, lijken sprekend op de krabbels die zeer jonge kinderen ook vandaag nog produceren. En ook de geografische herkomst van de krabbels maakt weinig verschil; een kind uit China krabbelt niet anders dan een leeftijdgenootje uit Nederland." Pas na het tweede levensjaar begint in de creatieve uitingen van het kind, zich langzaam maar zeker de invloed van buitenaf af te tekenen: "In een tekening van

SAMENLE VING ~ IANUARI/FEBRUARI

I99S

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's

VU Magazine 1995 - pagina 54

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's