GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1995 - pagina 488

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1995 - pagina 488

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

het perspectief van de schilders langzaam veranderen. Naarmate de tijd vordert zoeken ze hun onderwerpen dichter bij huis, in de Lage Landen, en de afbeeldingen van mensen en bouwwerken worden regelmatig afgewisseld door landschappen en Hollandse luchten. "Hier, een zandverstuiving van Adnaen van O stade", zegt Edelaar. "Een kwestie van overbegrazing en te veel kappen misschien,- dat speelde toen ook al. Voor een bioloog landschap om van te smullen, ik zou er zo in willen stappen. Stuifzanden zijn nu zeldzaam. Staatsbosbeheer had tot taaie ze vast te leggen en dat is aardig gelukt. Nu zijn we weer bezig de laatste stuifzanden te behouden." Ooihos Rivieren en beken zijn een geliefd onderwerp voor de schilders die een plaats in het Rijksmuseum hebben veroverd. Edelaar ziet afgekalfde oevers, uiterwaarden die nog niet bedijkt zijn en vrij meanderende rivieren: "Kijk,

gebieden zijn geworden: "Bij de NJN hebben we aardige contacten met de gemeenten. Het wil wel eens lukken om ze die stukjes grond zodanig te laten beheren, dat wilde planten weer de kans krijgen." Een observatie die niet erg past bij de nog wilde wereld in het Rijksmuseum. In de historische afdeling valt een schilderij van de Sint Elizabethvloed van 1421 direct in het oog. Grote delen van de oevers van de Merwede en de Maas zijn ondergelopen door de uitzonderlijke watervloed. Dordrecht is door water omringd. "Zo te zien staan alle gebouwen hoog en droog op een heuvel", zegt Edelaar. En doelend op de recente overstromingsdreiging: "Niet onverstandig." In een weergave uit 1629 van het beleg van 's Hertogenbosch ziet Edelaar de planologie van die tijd weerspiegeld. "Op zo'n schilderij zie je hoe de invloed van de mens op het landschap langzamerhand is toegenomen. De belegeraars zitten in het kale gebied, dat direct rond de steden lag. Daar had

s o

ï

O

5 Pim Edelaai: "Landschap om van te smullen." een ooibos langs de rivier en een moeras. Allemaal landschapstypen die we met moeite beschermen of opnieuw ontwikkelen. De vissers vangen paling, die was toen goed eetbaar. En het water staat hoog, bijna tegen de huizen aan." Wanneer de museummoeheid toeslaat gaan we naar het restaurant. Bij een kop warme chocolademelk filosofeert Edelaar over de wegbermen, die nu ook al beschermwaardige natuur-

je alckers, die bemest werden met de inhoud van de poeptonnen uit de stad. Wat verderop lagen de weilanden en daar weer achter de hooilanden, waar maar weinig mensen kwamen omdat het zo ver weg was. De buitenste ring bestond uit ruigten. Dat patroon vind je nog terug, al is er natuurlijk veel verdwenen." "Hé, alweer tropische schelpen!" roept Edelaar opeens. "Was daar soms wat mee, waren ze soms ergens het symbool van?" We kijken op het bordje

WETENSCHAP,

CULTUUR

et) SAMENLEVING

- NOVEMBER

naast het schilderij en lezen dat de schilder Adriaen van de Venne is, van wie we eerder al twee schilderijen met dergelijke schelpen hadden gezien. Het dateert uit 1614. Even verderop hangt een vierde Van de Venne en ook hier liggen weer schelpen. "Mosselen", constateert Edelaar, "een strandgaper en een paar twee-kleppigen. Dit is een schilderij uit 1626, die tropische schelpen is hij ondertussen misschien kwijtgeraalct. Die man had wat met schelpen."

Japanners De scheiding van Waal en Rijn is in 1679 vastgelegd door Lambert de Hondt. Edelaar: "Dat was nog voor de dijken de rivieren beteugelden. ]e ziet de dode talcken van de rivier en eilandjes. Geschikte plekken voor bijvoorbeeld een reigerkolonie. De zijarmen stromen langzaam. Daar vind je libelles, otters, bevers, kikkers, ringslangen en waterlelies en nog veel meer. Mooie stukjes natuur zijn dat." Decima, de Hollandse handelskolonie die jarenlang het enige contact van Japan met de buitenwereld vormde, blijkt een uitstalkast geweest te zijn van uitheemse diersoorten. Een Japanse afbeelding van de kolonie toont niet alleen de Hollanders, die in Japanse ogen al bijzonder vreemd aandeden, maar ook een Afrikaanse genetkat en een stekelvarken uit het zelfde werelddeel, een casuaris uit Nieuw Guinea, een Amerikaanse kalkoen en een papegaai van onbekende herkomst. Naast het stekelvarken staan wat verbaasd lachende Japanners. Rutgei Jan Schimmelpenninck was rond 1800 gezant van de Bataafse Republiek in Frankrijk. Het Rijksmuseum exposeert een schilderij van zijn tuin bij Parijs. "Populieren", wijst Edelaar, "de rest zegt me niets. Zeker fantasiebomen. Die boom met die witte stam lijkt op een berk, maar de bladeren kloppen niet. En die haag? Moeilijk; een rozenhaag misschien. Gek dat er zo weinig planten te herkennen zijn op een schilderij dat juist is gemaalct om een tuin te vereeuwigen. Het gaat alleen om de tuinarchitectuur en dat zegt iets over de manier waarop ze tegen de natuur aankeken. Het gebied op de achtergrond, daar tegen de heuvel, is leuker. Cultuurland met losse bomen, waarin bijvoorbeeld buizerds kunnen nestelen. Zulke klei1995

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's

VU Magazine 1995 - pagina 488

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's