GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1995 - pagina 366

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1995 - pagina 366

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

bekroning van het opus, het samengaan van de tegenstellingen in de Steen der Wijzen, in de alchemie vaak uitgebeeld als een hermafrodiet, een wezen dat mannelijk en vrouwelijk tegelijk is. Het huwelijk van Papageno en Papagena verwijst naar deze alchemistische symboliek. Wat de zaak zo verwarrend maalct is dat de alchemie op het eerste gezicht een erg onduidelijk geheel lijkt dat op heel veel manieren te interpreteren is. Want het opus kan niet alleen worden beschreven als een soort geestelijke ontwikkelingsweg; er is uiteraard ook een chemische kant aan de zaalc. Zo zijn de figuren in de opera ook min of meer als chemische stoffen te begrijpen. Papageno, onrustig, boertig en springerig, staat daarbij voor het zeer beweeglijke kwikzilver. De actieve prins Tamino is dan de zwavel, en Pamina het zout. Zout, kwik en zwavel waren de drie elementen waaruit volgens de grote zestiende-eeuwse alchemist Paracelsus de wereld was opgebouwd. Het einddoel van het alchemistische werk was het bijeenbrengen van deze stoffen met hun zeer tegengestelde karalcters in de Steen der Wijzen. Om dat te bereiken moest eerst het zout uit de aarde worden gedolven en vervolgens voorbereid, met behulp van het kwik, op de vereniging met het zwavel. Kwam de zwavel direct met het zout in contact, dan zou het misgaan omdat de twee elementen te veel van elkaar verschilden. In de opera wordt dit schema precies gevolgd. Pamina, het zout, wordt eerst door Sarastro, de magiër-alchemist, uit de duisternis bevrijd en vervolgens door Papageno, het kwik, voorbereid op het contact met Tamino, de zwavel. De reden dat de alchemie op ons in de twintigste eeuw zo'n eigenaardige indruk maalct is precies deze menging van geestelijke en chemische termen. Wordt met kwikzilver nu het scheikundige element bedoeld of wordt er de verborgen godheid HermesMercurius mee aangeduid? Een mooie illustratie daarvan is een beroemde afbeelding van de Duitse alchemist Khunrath uit het begin van de zeventiende eeuw. Aan de linkerkant is daarop het oratorium te zien, waar men zich kan wijden aan gebeden en meditaties. En rechts is het laboratoriu m te vinden waar in potten en flessen

verschillende stoffen worden verwarmd, opgelost en verbrand. De alchemist deed zowel chemisch als geestelijk werk en hij maalcte daartussen geen duidelijk onderscheid. Hij meende dat zijn gebeden en meditaties de omzetting van de stof in het laboratorium konden versnellen en, andersom, dat de chemische processen de geestelijke ontwikkeling in hemzelf konden beïnvloeden. De alchemist zag in de chemische processen die in zijn laboratorium plaatsvonden allerlei mystieke ontwikkelingen. Psychologisch gezien betekent dit dat hij zijn eigen onbewuste gedachten en gevoelens in de stof projecteerde. Dat was mogelijk omdat de materie tot aan de zeventiende eeuw een zeer duister en onbekend gebied was, waarover niet veel kennis bestond. Je kon er eigenlijk alles in zien wat je wilde. Het is precies in de tijd van Mozart dat deze oude projectie van geestelijke inhouden in de materie begint te verdwijnen. Het onderscheid tussen stof en geest wordt dan voor het eerst in de geschiedenis scherp getrokken. De materiële processen worden steeds meer apart bestudeerd en daaruit ontwikkelt zich de zo succesvolle scheikunde. Het ontstaan van de empirische natuurwetenschap wordt eerst mogelijk nadat men is opgehouden de materie te zien als een bezield geheel, zoals in de alchemie. QUANTUMMECHANICA

Die Zauberflöte is zo interessant omdat de opera dit breekpunt in de Europese cultuur als het ware markeert. De mystiek geïnspireerde alchemie wordt vervangen door de rationele natuurwetenschap. De geestelijke component van de alchemie echter leeft gescheiden daarvan tot op zekere hoogte voort in kunst en religie. Daarmee is er een breuk in de Europese cultuur gekomen die haar sterk onderscheidt van niet-westerse culturen. Want de rationele wetenschap en de practische toepassing ervan in de techniek hebben ons denken en onze omgeving onherkenbaar veranderd. De waardering voor de afstandelijke benadering van de natuur door techniek en wetenschap is sinds Mozarts tijd alleen maar gegroeid. En deze westerse zienswijze lijkt tegenwoordig zelfs de oude culturen van

WETENSCHAP,

CULTUUR

&) SAMENLEVING

72

- JULI/AUGUSTUS

China en India geheel te gaan overvleugelen. De mystiek-symbolische kant van de alchemie is echter nogal in de verdrukking geraakt. Al in Mozarts tijd bleken de meeste mensen al niet meer in staat om de symboliek van de alchemie te herkennen en te waarderen. Het lijkt alsof het oude gedachtengoed bijna werd verdrongen omdat men zich ervoor schaamde. En dat terwijl in de projecties van de alchemisten veel kennis verborgen zat over de geest en de natuur. Alleen was die op een wat bizarre, chemisch-mythische manier geformuleerd. Sommige disciplines zoals de dieptepsychologie en de quantummechanica hebben inmiddels die kant van de alchemie weer ontdekt. Die Zauberflöte is in deze ontwikkeling te beschouwen als een echt moderne erfgenaam van de alchemie. Want wat wij op het toneel zien, is niet een alchenrist die aan het werk is met kwik en zout in een duister lab, we zien een artistieke creatie. De symboliek die de alchemisten projecteerden in de materie wordt door Mozart los van de chemie voorgesteld. En daarmee is het een kunstwerk geworden. Het gedachtengoed wordt niet meer als een soort magie beleefd zoals de alchemisten dat in hun laboratoria deden, maar bekeken als een voorstelling op het toneel. Volgens Van den Berk is de kunst, en vooral de muziek, in de plaats getreden van de aloude alchemie. Van den Berk: "Overal in de opera spelen muziekinstrumenten een grote rol. Als Tamino en Pamina de vuur- en waterproef ondergaan, worden ze geleid door de kracht van de muziek. Samen zingen ze dan: "Wir wandein duich des Tones macht, Fioh durch des Todes düsüe nacht." Ook in de oude alchemie speelde de muziek trouwens al een rol. Op de bekende afbeelding van Khunratli zien we precies midden tussen het oratorium en laboratorium op een tafel een aantal muziek-instrumenten liggen, waarop de alchemist ook daadwerkelijk speelde. Zo hoopte hij het aardse element van de materie en het spirituele element van de geest samen te brengen. En daarvoor heeft ook de moderne mens blijkbaar nog steeds belangstelling. De muziek en de opera zijn als het ware de alchemie van deze tijd."

199^

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's

VU Magazine 1995 - pagina 366

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's