GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1995 - pagina 45

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1995 - pagina 45

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Oprechte liefde voop de wetenschap Op een televisiescherm van Museum Boerhaave in Leiden zijn beelden te zien van een modern wetenschappelijk instrument: een deeltjesversneller, een instrument waarmee men met hoge snelheden deeltjes tegen elkaar laat hotsen met het doel te ontdekken wat de fundamentele bouwstenen van de natuur zijn. Het i n s t r u m e n t valt buiten de collecties die er op de tentoonstelling 'Het koperen kabinet' te zien zijn; die behelst namelijk de tijd tussen 1550 en 1950. De deeltjesversneller is te recent. Ook om praktische redenen zou het moeilijk zijn om een deeltjesversneller te exposeren: ze worden steeds langer, vele kilometers zelfs. En dat laat zich niet eenvoudig in een m u s e u m onderbrengen. Er is nog een reden waarom de deeltjesversneller slecht in de tentoonstelling zou passen: hij is zo lelijk, zo kaal en zo gewoon. Een scherp contrast m e t de wetenschappelijke i n s t r u m e n t e n die op de tentoonstelling te zien zijn, die soms werkelijk mooi zijn; kunstwerkjes bijna. N u zou je k u n n e n zeggen dat het verschil in waardering te m a k e n heeft m e t het verstrijken van de tijd: de te bezichtigen ins t r u m e n t e n worden al lang niet meer gebruikt, het zijn rariteiten geworden. En het verouderde roept snel lichtelijk neerbuigende gevoelens van vertedering op: wat snoezig toch. En dat terwijl ze in de eigen tijd toch gewone gebruiksvoorwerpen waren, die misschien m e t hetzelfde praktische oog werden bekeken als wij tegenwoordig doen m e t de deeltjesversnellers. N i e t t e m i n is het niet alleen een kwestie van het verstrijken van de tijd. De instrum e n t e n in vroeger eeuwen zijn duidelijk m e t veel aandacht vervaardigde ambachte-

ten. Veel geleerden hadden h u n eigen collectie, noodgedwongen vaak, omdat de universiteit niet altijd bereid was kostbare investeringen te doen in wetenschappelijke hulpmiddelen. Maar niet alleen geleerden, ook amateurs hadden zo h u n verzamelingen. In die achttiende eeuw onstond een oprechte liefde voor de wetenschap. Er werden genootschappen opgericht die als een soort volksuniversiteit fungeerden, m e n hield avondvergaderingen waarbij proeven werden gedaan. Op die manier probeerde m e n op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in de wis- en natuurwe-

lijke produkten. Ze zijn niet alleen nuttig, maar soms ook een lust voor het oog. In de zestiende en zeventiende eeuw, zo lijken de tentoongestelde i n s t r u m e n t e n ons mede te delen, bestond een heel ander beeld van wetenschap dan in de late twintigste eeuw. Dat blijkt bijvoorbeeld ook uit de naam van de verzamelingen op het terrein van k u n s t en wetenschap die sinds de Renaissance door Europese vorstenhoven zijn aangelegd: Kunst- und Wunderkammer. De wetenschappelijke i n s t r u m e n t e n waren eigenlijk een beetje wonder-

landen. De ontwikkeling van de wetenschap verliep te snel, voor buitenstaanders was die nauwelijks nog te volgen en wetenschap werd gaandeweg een zaak van specialisten. Misschien ligt daarin de reden dat de hedendaagse wetenschappelijke instrum e n t e n er zo prozaïsch uitzien. Tot en m e t de achttiende eeuw was wetenschap iets bewonderenswaardig, iets om je aan te vergapen. De wetenschap liet je een andere, onvermoede blik op de werkelijkheid zien. In dat opzicht was voor de geïnteresseerde burger het verschil m e t magie en bijbelse mirakels niet altijd zo heel groot. Wetenschap was heel bijzonder en de i n s t r u m e n t e n waarmee de werkelijkheid blootgelegd werd, moesten daar en uitdrukking van zijn. Het wetenschappelijk i n s t r u m e n t was iets kunstzinnigs; er werden kostbare verzamelingen opgebouwd. Zelfs werden van sommige kunstzinnige wetenschapsinstrumenten vervalsingen gemaakt. Met de specialisering lijkt de wetenschap iets van haar aureool verloren te hebben. Wat wetenschappers doen is heel knap, maar voor de gewone burger ook heel moeilijk en ontoegankelijk. Het enthousiasme is getemperd. De resultaten van wetenschappelijk werk worden beoordeeld op het praktisch n u t . De wetenschappelijke i n s t r u m e n t e n hoeven er daarom ook niet bijzonder esthetisch verantwoord uit te zien, als ze maar functioneren. Wetenschap is i m m e r s geen kunst, (KN)

instrumenten; je kon er de geheimen van de n a t u u r m e e blootleggen; en dat bijzondere vermogen tot onthulling dwong respect en ontzag af. In heel veel huizen in de achttiende eeuw stonden verzamelingen van instrumen-

WETENSCHAP,

CULTUUR

tenschappen. Die genootschappen begonnen in de negentiende eeuw h u n wetenschappelijke interesse te verliezen. In plaats daarvan hielden ze zich bezig m e t letterkunde, streekflora of m e t reisverslagen van verre

es) SAMENLEVING

43

- JANUARI/FEBRUARI

199^

Het Koperen Kabinet. Scliatkamers van de wetenschap 1550-1950. Museum Boerhaave, Lange St. Agnietenstraat 10 Leiden. (071) 214224. Open dinsdag t/m vrijdag: 10.00-17.00 uur, zon- en feestdagen: 12.0017.00 uur. Tot en met 5 maart.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's

VU Magazine 1995 - pagina 45

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's