GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 522

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 522

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nederland digitaal

"We zijn nèt klaar", zegt directeur Fred Hagman van de Bredase firma Eurosense BV, als we hem vragen naar de stand van zaken rond de Digitale Kleuren Luchtfotokaart Nederland (DKLN). Eurosense is het eerste bedrijf dat ernaar streeft heel Nederland in full colour op te slaan in

een database. De afgelopen maanden trokken de vliegtuigen van Eurosense meer dan honderd uur lang baantjes over Nederland, op zo'n 3800 meter hoogte. Er werden circa 5500 luchfoto's gemaakt die ons land in een schaal van 1:25,000 tonen. Het kleinste detail dat de opnamen laten zien is een halve meter groot, volgens Hagman "ruimschoots voldoende om te zien of de buren hun tuinmeubelen buiten hebben staan". De beelden, verwacht Hagman, worden vooral door lokale, provinciale en rijksoverheidsinstanties gebruikt. "Maar ik kan me voorstellen dat ook instellingen als de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek of de Rijks Geologische Dienst interesse hebben. En ook instanties van een heel andere aard, zoals reclamebureaus en maquettebouwers."

Heeft u niet onzettend veel computergeheugen nodig om al die beelden op te slaand "We digitaliseren de beelden pas als ze in bestelling zijn. Anders is het risico voor ons te groot; het maken van de beelden was al een fikse investering die overigens flink werd gehinderd door de weergoden. We gaan de DKLN dus projectmatig opbouwen. Ik had trouwens wel verwacht dat onze potentiële klanten meer computercapaciteit zouden hebben. Dat is me eerlijk gezegd een beetje tegengevallen. Maar we zullen zien of het produkt aanslaat. Nu de laatste opnamen zijn gemaakt, is het tijd om te adverteren." (MT).

'ingevoren' Antarctische lucht te onderzoeken. Het Nederlandse Antarctica Programma, dat jaarlijks 2,8 miljoen gulden kost, wordt gecoördineerd door de Stichting Geologisch, Oceanografisch en Atmosferisch Onderzoek (GOA). Drs Barbera Bolhuis is er 'programmamedewerker Antarctica'.

Bent u tevreden met de wetenschappelijke oogstl "We krijgen verslagen van het veldwerk. En als er niet gepubliceerd wordt, dan weten wij genoeg. Het onderzoek moet natuurlijk wel tot mooie publicaties in goede tijdschriften leiden. Maar dat lukt over het algemeen goed. Publicaties worden toch steeds belangrijker, we houden ze nauwkeurig bij. Het is een van de weinige dingen die je kunt meten om de output vast te stellen. Ik ben benieuwd. De laatste Nederlandse onderzoeker keert eind februari terug. Dan is er echt niets meer te beleven op Antarctica, behalve voor een handjevol die hards dat er blijft overwinteren." (MT)

: Z o m e r op ae'ZÜfdpÖör Bijna allemaal zijn ze vertrokken: de Nederlandse wetenschappers die de |zeer) betrekkelijke warmte van de Antarctische zomer aangrijpen om er onderzoek te doen. Drie biologen van het Nederlands Instituut voor Oecologisch Onderzoek (NIOO| gaan planten nabij het Britse station Rothera onderzoeken op de gevolgen van ultraviolette straling, daarbij geholpen door collega's van de British Antarctic Survey. Biologen van het Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek (IBN) bestuderen stormvogels bij de Australische basis Davis en zeeolifanten bij Macquarie Island. Bij Davis bevindt zich ook een geologe van de Universiteit Utrecht, die met haar Australische collega's veldwerk gaat verrichten. Een marien bioloog van het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) onderzoekt nabij het Duits-Argentijnse station Jubany benthische schelpen. Twee wetenschappers van het Utrechtse Instituut voor Marien en Atmosferisch Onderzoek verrichten met Scandinavische collega's metingen langs een lang traject in Dronning Maud Land, waar in de toekomst wellicht ijsboringen worden verricht om de samenstelling van oude.

WCS DECEMBER

1996

Heeft Nederland iets te betekenen in het internationale zuidpoolonderzoekl "Kwalitatief zeker wel. Maar we moeten al het werk samen met andere landen doen. Een land als Engeland heeft een veel sterkere Antarctische traditie. De Engelsen hebben daarvoor veel meer middelen en een eigen instituut tot hun beschikking. Het is natuurlijk erg duur om daar een eigen station neer te zetten, en ook vanuit milieu-oogpunt vindt de Nederlandse overheid dat ongewenst. De contacten met bijvoorbeeld de British Antarctic Survey en het Duitse Alfred Wegener Instituut worden wel steeds nauwer. Maar het is nu eenmaal zo dat Nederlandse onderzoekers hun timetable vaak moeten aanpassen aan hun buitenlandse partners."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 522

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's