GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 55

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 55

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

trouwbare onderzoek van ons seksuele leven. De studie van Kinsey was het eerste grootschalige seksonderzoek, dat van Michael es. is het meest recente. En ze verschillen nogal van elkaar. Het zijn veelbetekenende woorden in dat ene korte zinnetje, waarin gezegd wordt dat er niets magisch schuilt in seks. Het is wel duidelijk dat men zich wenst af te zetten tegen andere grootschalige seksonderzoeken en tegen bepaalde denkbeelden over seks. Maar wat betekent het nu eigenlijk, als men klaarblijkelijk vindt dat seks iets doodgewoons is? In de eerste plaats is er sprake van een methodische onverschilligheid. De onttovering van de seks betekent dat seksualiteit een onderwerp is waarnaar gewoon wetenschappelijk onderzoek mogelijk is. Er zijn onderzoekers die nieuwsgierig zijn naar het stemgedrag van mensen, of naar de auto's waarin ze rijden, of naar de huizen die ze bezitten. Even goed kun je als wetenschapper nieuwsgierig zijn naar het seksuele gedrag van mensen. De interesse is legitiem. Op seksualiteit kunnen de standaardmethoden van sociaal-wetenschappelijk onderzoek worden losgelaten. Deze gewoonheid van seks biedt ook voordelen voor de onderzoeker; deze zal met zijn interesses niet zo snel de verdenking op zich laden een heimelijke pornograaf te zijn. Ooit stond aandacht voor seks gelijk aan wetenschappelijke zelfmoord, nu kan men 'op seks' carrière malcen. Het geloof in de gewoonheid van seks is een methodische noodzaalc. De kritiek van Michael es. op voorgaande grootschalige seksonderzoeken luidde, dat zij een verwrongen beeld gaven. Weliswaar zijn steevast duizenden mensen geïnterviewd, maar dat waren altijd personen die zich vrijwillig aanmeldden en die het eigenlijk wel leuk vonden om over seks te kletsen. Daarmee bereikt een onderzoeker geen dwarsdoorsnede van de bevolking; aan de representativiteit mankeert zo het een en ander. Velen vinden het niet zo nodig om over intieme aangelegenheden uit de school te klappen ten overstaan van een vreemde. Wie deze categorie toch wil bereiken moet seks presenteren als iets volstrekt normaals. "Mag ik u nu een vraag stellen over masturbatie, of over orale en anale seks?" Zulke vragen moeten achteloos en onnadrukkelijk uit de mond van de interviewer kunnen rollen; net zo achteloos als; "Hoe lang bent u getrouwd en hoeveel kinderen heeft u?" De interviewer moet de respondent ervan overtuigen dat er niets onbetamelijks wordt gevraagd. Het moet allemaal zo gewoon klinken dat de respondent niet eens zegt: donder op, daar heeft u helemaal niets mee te mal<en.

zou er in iedere familie, in iedere schoolklas een aantal homo's moeten zijn aan te wijzen. Jarenlang is het een bron van verbazing geweest: waar zijn al die homo's dan, zitten ze nog in de kast? Nu blijkt evenwel dat die cijfers niet kloppen, de jongste resultaten wijzen uit dat minder dan drie procent van de mannen en ruim een procent van de vrouwen zichzelf als homoseksueel of biseksueel beschouwt. Bij nadere inspectie blijkt bovendien dat het gros der mensen geen exuberant seksleven heeft. Huwelijkstrouw is allerminst een schaars goed. Zodra mensen een vaste relatie hebben, blijken ze in ruime meerderheid monogaam te zijn. En daar lijdt men niet onder. Gehuwden zijn over het algemeen zeer tevreden over hun seksleven; ook al doen ze niet zo vaalc meer aan geslachtsverkeer, de keren dat ze het doen is er reden tot grote tevredenheid. Mensen met een vaste partner beleven in ieder geval heel wat meer seksueel plezier dan ongehuwden; die hebben misschien de reputatie een swingend leven te leiden, maar de werkelijkheid is anders. Gehuwden hebben altijd een sekspartner in de directe nabijheid; voor de alleenstaande is het verkrijgen van seks iedere keer weer een zware opgave. Mensen springen niet zomaar van het ene bed in het andere. Versieren kost veel tijd en energie, en het staat allerminst vast dat zelfs maar een geslaagde poging tot toenadering al dezelfde avond in het bed een bekroning krijgt. Nee, uit genotsoverwegingen kun je maar het beste een vaste partner hebben: dat staat garant voor de meeste èn voor de prettigste seks. In het onderzoek van Kinsey gaapte er nog een kloof tussen de aangetroffen feiten en de moraal, maar bij Michael es. is die kloof gedicht. Wat mensen doen en wat ze behoren te doen, valt grotendeels samen. In de jaren vijftig was men bang dat de moraal zich zou aanpassen aan het feitelijke seksuele gedrag en dat zoiets als buitenechtelijke seks als de gewoonste z&ak van de wereld zou worden beschouwd. In de jaren negentig lijken onderzoekers het omgekeerde te constateren: de feiten voegen zich op miraculeuze wijze naar de seksuele moraal. Die moraal is niet meer helemaal dezelfde en niet meer zo stral<: en uniform als in de jaren vijftig. Over seks voor het huwelijk wordt tegenwoordig door de meeste mensen niet moeilijk meer gedaan. Ook homoseksualiteit wordt niet langer als moreel onaanvaardbaar gezien. De moraal is opgerekt en versoepeld, zodat meer vormen van seksueel gedrag erin passen. Maar er zijn grenzen. In het hedendaagse normbesef blijft seks met vele partners dubieus, en buitenechtelijke seks toch eigenlijk ongewenst. Een vaste, monogame relatie is en blijft het ideaal. En wat blijkt? Die moraal wordt keurig nageleefd. Maar vreemd is dat niet want de moraal blijkt het lustgevoel niet te frustreren, maar juist een relatief grote vrijheid te geven.

VERSIEREN

Ook inhoudelijk is het seksonderzoek 'genormaliseerd'. De uitkomsten van voorgaande seksonderzoeken waren doorgaans spectaculair; ze schetsten beelden van personen die bezeten waren door seksdriften, die het heel veel deden, zoveel sekspartners hadden gehad dat ze de tel waren kwijt geraakt, en die er bij voorkeur naast de eigen partner er ook nog een minnaar of minnares op nahielden. Bij nadere, meer gedegen inspectie blijken de cijfers echter niet te deugen. Tien procent van de bevolking zou volgens het onderzoek van Kinsey homoseksueel zijn. Dan WETENSCHAP,

CULTUUR

FATALISME

Ooit werd seksualiteit gezien als een woeste natuurkracht; een a-sociaal en fundamenteel onmaatschappelijk instinct dat diep uit het binnenste van de mens komt. Seks is immers de taal van het lichaam; het lichamelijke verlangen dat direct en onstuimig is, ongevoelig voor de bedachtzaaimheid van het bewustzijn en voor de eisen van VING -JANUARI/FEBRUARI

et>

53

I996

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 55

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's