GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 131

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 131

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

voor de weidevogels. Door ruilverkavelingen, staduitbreidingen, wegenaanleg en intensivering van de landbouw, ging veel van hun leefgebied verloren. Voor sommige soorten betekende dat een ramp. De gruttostand is sindsdien gehalveerd en de kemphaan en de watersnip verdwenen vrijwel helemaal. De laatste jaren gaat het langzaam weer de goede kant op. Dat wil zeggen: de aantallen van de overgebleven soorten n e m e n niet meer sterk af en op sommige plaatsen, zoals in de Kop van Noord-Holland, is er zelfs sprake van een voorzichtig herstel. Omdat ik straks de weilanden intrek met de weidevogelaars, vraag ik Beintema of h u n werk zin heeft. Mij doet het wat pathetisch aan: mensen die nest na nest markeren of met een ijzeren hekwerkje overkappen, zodat eieren en kuikens niet worden platgewalst door landbouwwerktuigen of verbrijzeld onder koeiepoten. Maar Beintema bekijkt het positiever. "Het helpt", zegt hij, "al is het een aanvullende maatregel. Aangepast beheer van weidegronden door boeren, of het instellen van reservaten, zet meer zoden aan de dijk. Welke van de twee de meest effectieve is, hangt af van de soort weidevogel die je wilt beschermen. Wat mij betreft is het een kwestie van het ene doen en het andere niet nalaten." Nestbescheimeis Een paar dagen later ben ik samen met Pieter Posthumus op weg naar Dwingelo. P o s t h u m u s werkt bij Landschapsbeheer Drenthe, een organisatie die particuliere grondeigenaren steunt bij het beheer van kwetsbare onderdelen van hun grondbezit, zoals houtwallen, singels, veentjes, poelen of heideterreinen, en daarnaast fungeert als loket voor het weidevogelbeheer. De organisatie beschikt over kennis

van onderhoudsmethoden en subsidiemogelijkheden, en heeft een behoorlijke hoeveelheid vrijwilligers achter de hand om daadwerkelijk in actie te komen. Tot mijn opluchting zijn overal in het Drentse land zwermen kieviten te zien. Beintema had gelijk... In Dwingelo heeft Jan Arends de koffie al klaar. Arends, voormalig beleidsmedewerker en voorlichter bij het Ministerie van Landbouw, is voorzitter van de provinciale werkgroep die zich bezighoudt met de bescherming van weidevogels. Hij is een boerenzoon uit Grollo en kreeg de liefde voor de natuur mee van zijn vader. "Zonder weidevogels zou het kaal en stil worden op het land", zegt hij. "En dat is niet alleen mijn mening; veel boeren hier in de omgeving denken er net zo over. Vandaar dat die van harte aan het project meewerken. Weidevogels horen hier thuis." In de woonkamer van Arends zit ook Bert Dijkstra, die een paar dagen geleden begon als coördinator van het weidevogelproject en full-time opvolger is van Pieter P o s t h u m u s , die dat werk één dag per week naast andere taken verrichtte. Ook Dijkstra is van boerenafkomst en is sinds zijn vroege jeugd lid van de Vogelwacht, waar hij zich bezighield met onder meer het plaatsten van stokjes bij nesten, opdat boeren deze bij hun werk op het land k u n n e n ontwijken. De landbouw is zijn andere liefde; hij heeft zelf schapen en kalveren. Al snel gaat het gesprek over het werk van vrijwilligers die de boeren bijstaan bij het beschermen van kievit, grutto, wulp en scholekster, en van de

nog ernstiger bedreigde soorten als de tureluur, de gele kwikstaart of de kemphaan. Het werk van de vrijwilligers bestaat uit het markeren van nesten en het desnoods tijdelijk verplaatsen daarvan, het plaatsen van metalen nestbeschermers, het tellen van de vogels en het onderhouden van het contact met boeren. Daarvoor zijn ze regelmatig, een keer of twee per week, in de weilanden te vinden. Liever niet valeer, want dat geeft nodeloze verstoringen. En niet alleen in de weilanden, vult Dijkstra aan, want weidevogels broeden ook graag in maïsland. Dat biedt in vergelijking met grasland meer bescherming en het wordt ook minder door machines verstoord. Slachtingen Leuk werk, daag ik uit, maar veel meer dan dweilen met de kraan open is het niet. Want wat betekenen die vrijwilligers en goedwillende boeren in vergelijking met het massale geweld van ruilverkavelingen, stadsuitbreidingen, intensieve landbouw en de verzuring van de grond? Arends en Dijkstra veren op. "Nee", zegt Arends, "dat is niet waar. Ik heb jaren getwijfeld aan het n u t van dit werk, maar juist de laatste tijd krijg ik weer hoop, onder

Onder van links naai rechts: kievit, grutto en scliolekster. Hiernaast: tnreluiir. De foto's zijn afkomstig uit de brochure 'Tijd voor weidevogels', een uitgave van het Centrum voor Landbouw en Milieu.

:

/'" -

\ - -^,

1

^ ^ ^ . '! ;^'

Pv iümmmm.. WETENSCHAP,

' •'? 'f.

CULTUUR

et) SAMENLEVING

5

- APRIL

1996

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 131

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's