GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 541

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 541

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

hectare naar meer dan 80. De woonwijken van de stad waren met zorg ontworpen. Ze hadden rechte geplaveide straten en een rioleringssysteem. Graan werd bewaard in centrale depots in de acropolis, die werden verzegeld en bewaakt. Toen de kleinzoon van Sargon kort na 2250 NoordMesopotaraië binnenviel werd de stad verder uitgebreid. Het leger van Naram-Sin ontmantelde kleinere plaatsen en concentreerde de bevolking in steden als Teil Leilan. In ruil voor het Akkadische standaardrantsoen van gerst en olie werden de gedeporteerden te werk gesteld op de graanvelden en bij de bouw van stadsmuren. Door heel Mesopotamië werden enorme landbouwprojecten opgezet, er werden tempels gebouwd, en de handelsvloot voer tot aan de Indusvallei; een blauwdruk voor de glorie van latere rijken als Assyrië en Babyion. Vanuit een archeologisch gezichtspunt is de ontwikkeling van Teil Leilan, met of zonder rampzalige onderbreking, een openbaring. Uit onze opgravingen bleek dat er geen sprake was van Akkadiërs die de beschaving naar het noorden brachten, en daar onbeduidende stadjes als Teil Leilan in bruisende kosmopolitische steden veranderden. Wat er gebeurde was zo ongeveer het omgekeerde: de Akkadiërs steunden bij de expansie van hun rijk op reeds bestaande steden in het noorden.

Syrië is een van de korenschuren van West-Azië. Van het puntje van de acropolis kijk je over golvende graanvelden tot ver in Turkije. Vijfduizend jaar geleden waren deze velden dankzij regelmatige regen nog vruchtbaarder dan nu. Toen we met ons onderzoek begonnen werd het oude NoordMesopotamië net zo ondergewaardeerd als het huidige Syrië. In een leerboek uit 1978 geeft de archeoloog Charles Redman toe dat de steden daar een soortelijke ontwikkeling doormaakten als die in het zuiden. "Maar vanwege hun geringe omvang, beperkte centralisering en gebrek aan specialisatie", zo gaat hij verder, "kunnen we ze niet als stadstaten opvatten." In Mesopotamië, meenden Redman en anderen, vormde het zuiden bij uitstek de bakermat van de beschaving. De boeren daar moesten hun velden bevloeien om te overleven, maar de opbrengst was wel tweemaal zo hoog als in het noorden. De noordelijke boeren keken toe terwijl de jaarlijkse regen hun gewassen van water voorzag, en wachtten af tot het zuiden hen de beschaving bracht.

De Akkadische bezetting van in elk geval Teil Leilan zou nog geen eeuw duren. Enkele tientallen jaren nadat de zware muren van de stad waren gebouwd, de tempelwijk was vernieuwd, en de graanproduktie gereorganiseerd, verdween de bevolking opeens. Bij onze opgravingen vonden we de resten van Akkadische gebouwen bedekt met erosie-afzettingen die geen enkel spoor van menselijke activiteit vertoonden. Pas daarboven, in lagen vanaf 1900 v. Chr. vinden we weer as, afval en de monumentale resten van een nieuwe koningsstad. Hoe opvallend ook, deze onderbreking verraste ons niet. Archeologen hadden die aan het eind van de jaren dertig al op andere plaatsen in de omgeving geconstateerd, en er een voetnoot aan gewijd. Toen onze groep dat vreemde hiaat vijftig jaar later herontdekte, gingen we een stapje verder. We verfijnden de chronologie van het proces met behulp van Ci4-dateringen. En door keramiek van onze vindplaats te vergelijken met dat uit dezelfde lagen van andere vindplaatsen, konden we de onderbreking door het hele gebied volgen. Of het nou om Teil Leilan ging of om Teil Taya, Chagar Bazar of Teil al-Hawa, overal vertelden de resultaten hetzelfde verhaal: Tussen 2200 en 1900 V. Chr. vond een massale ontvolking van de hoogvlakten van Haboer en Assyrië plaats.

Onze opgravingen ondermijnden al gauw belangrijke stukken van de gevestigde opvatting. We ontdekten dat Teil Leilan tussen 2600 en 2400 v. Chr. zesmaal zo groot werd, van 15

In samenwerking met Marie-Agnès Couity, een bodemdeskundige en archeologe uit Parijs, bestudeerden we de grond nauwkeuriger. Zij maakte dunne doorsneden van opeenvolgende

WCS DECEMBER

1996

25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 541

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's