VU Magazine 1997 - pagina 324
Mark Traa
Beetje bij beetje krijgt de wetenschap grip op de grap. Humor-onderzoekers uit verschillende disciplines nemen zichzelf in elk geval buitengewoon serieus. De sceptische buitenwacht draait langzaam bij: in Amsterdam is de mop een promotie waardig bevonden. Vier onderzoekers over hun werkwijze en hun vorderingen.
"Over twee jaar hoop ik te promoveren op de mop. Dat is géén grap. Al denken de meeste mensen van wel. Net als veel andere humor-onderzoekers moet ik me voortdurend verdedigen tegen mensen die dit werk onmogelijk serieus kunnen nemen. Weinigen zien het als wetenschap. Tja, het zij zo." Wat kan drs Giselinde Kuipers anders doen dan haar schouders ophalen? De antropologe, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, heeft de schijn tegen: een promotie-onderwerp dat bij het noemen al grijnzen oproept en een ver-weg-kamertje in het faculteitsgebouw waar de moppenboeken hoog liggen opgetast. "Humor is niet wezenlijk leuker dan andere thema's", zegt ze, en in één adem: "Maar het is ook niet dramatisch saai ofzo." Ze staat op het punt af te reizen naar een congres van humorologen in de Verenigde Staten. Daar durven onderzoekers hardop te zeggen dat ze al jarenlang een dagtaak hebben aan de studie van de grap, de mop, de humor, het lachen. Voor een handvol Nederlandse
28
wcs
SEPTEMBER/OKTOBER
1997
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997
VU-Magazine | 434 Pagina's