GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 51

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 51

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Stuart Kauffman, 'At Home in the Universe - the Search for Laws of Complexity', Penguin Books, f 32,20.

Het onvermijdelijke leven

Levende wezens zijn het produkt van een genetisch recept. Elk individu erft dat recept van zijn ouders. Bij dat vererven gaat soms iets mis; het recept verandert een beetje, met als gevolg een iets ander individu. Meestal is dat niet levensvatbaar, maar soms ontstaat door kleine volstrekt toevallige wijzigingen een recept dat juist iets 'beters' oplevert. Dat recept verbreidt zich in de loop der generaties door de populatie: de soort in kwestie is verandert. Evolutie is de optelsom van ontelbaar veel kleine veranderingen, van ontelbaar veel toevalligheden. Zo zien biologen dat. Volgens Stuart Kauffman zien ze het verkeerd. Een organisme is geen taart gebakken op grond van een recept uit de celkern. Het is een zichzelf in stand houdende wolk van zeer veel verschillende moleculen - waaronder bij nu levende organismen inderdaad ook DNA - die op elkaar inwerken, die samen nieuwe moleculen maken. De 'informatie' die de traditionele bioloog in het DNA lokaliseert, zit overal. In zijn boek 'At Home in the Universe' concentreert Kauffman zich op de structuur van het leven. Hij werkt met abstracte modellen waarin een heleboel gelijksoortige elementjes met elkaar verbonden zijn en op elkaar inwerken.

Die elementjes kunnen staan voor moleculen in een oersoep van chemicaliën, voor individuele organismen in een populatie, of voor soorten in een ecosysteem. Kauffman richt zich vooral op wat theoretisch denkbaar is: bijvoorbeeld dat in zo'n oersoep van chemicaliën, bij een bepaalde chemische rijkdom en een bepaalde mate van interactie tussen de moleculen, een 'structuur' kan ontstaan die zichzelf in stand houdt. De eerste levende wezens zouden zo ontstaan kunnen zijn. En als Kauffman gelijk heeft was dat ontstaan onvermijdelijk. Het leven ontstond niet bij toeval. Het hoort hier thuis. "Gratis orde" noemt hij dat, heel bijzonder, en toch niet mysterieus. Gangbare speculaties over het begin van het leven lopen steeds weer vast in de paradox dat er voor leven genetische 'informatie' nodig is, terwijl het bestaan van genen leven vereist. Volgens Kauffman is die eerste veronderstelling - geen leven zonder genen - onjuist; weg paradox. Kauffman is geen anti-evolutionist. Hij ontkent het belang van DNA niet, noch het belang van natuurlijke selectie. Maar de vraag waarom we zijn wat we zijn en waar de diversiteit van het leven vandaan komt, kan niet in termen van DNA en selectie worden beantwoord. Als het leven zich langs Darwiniaanse wegen had ontvouwen dan zou de diversiteit geleidelijk zijn toegenomen: met elke soort zou het gamma van verschillen groter geworden zijn,- langzaam zouden zich de verschillende geslachten, families, stammen en rijken hebben afgetekend. En dat klopt niet. Al meteen aan het begin ontvouwde zich de hele waaier van rijken en stammen, alsof het leven in grote sprongen de complete variatieruimte

in beslag nam. Pas later, in een meer Darwiniaans proces, ontstond de gigantische verscheidenheid aan minieme verschillen die ons nu de witte van de rode kool en de kool- van de pimpelmees doen onderscheiden. Of Kauffmans werk hout snijdt is moeilijk te beoordelen. Een Nederlandse wiskundig bioloog karakteriseerde de instelling waar Kauffman werkt, het Santa Fe Institute, ooit enigszins denigrerend als 'de instelling waar men uitmaakt hoe complex alles is'. En datzelfde instituut wordt vaak met 'New Age' in verband gebracht. Foute boel dus. Maar de selectie van lovende woorden van onbetwiste grootheden in gereputeerde bladen op de achterflap doet vermoeden dat het werk van Kauffman en zijn collega's niet zo maar een luchtbel is. Het gist in de evolutiebiologie, en dat werd hoog tijd. At Home in the Universe is een abstract boek. Er staat vrijwel geen formule in, maar alles wat wiskundig modelwerk écht lastig maakt - de vertaalslag van echte dingen en hun interacties, naar punten en verbanden in een meestal hoogdimensionale ruimte - blijft. Kauffmans barokke stijl maakt zijn gefascineerdheid op elke bladzij voelbaar, maar toegankelijker maakt die dit toch al lastige boek niet. En dat is jammer. De Nederlandse vertaalster van Kauffmans boek, dat onder de weinigzeggende titel 'Eieren, straalmotoren en paddestoelen' verscheen bij Contact, verloor kennelijk zoveel energie in haar gevecht met Kauffmans stijl, dat zij aan gewoon correct vertalen van de inhoud niet echt toekwam. Een gemiste kans.

Bart Voorzanger

wcs

JANUARI/FEBRUARI

1997

51

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 51

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's