GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 61

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 61

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De woorden zijn er. Zij zijn zelf onderdeel van een systeem van betekenisgeving. Ze scheiden ons van de wereld van het brein, maar zij vormen het enige instrument dat wij hebben om het brein mee te beschrijven. Het enige wat een dichter doen kan is te proberen zijn vorm zo levendig mogelijk te houden, zo dicht mogelijk in de buurt te blijven van dat moment waarop de beslissingen nog net niet genomen zijn. Het gedicht als aarzeling, zoekend en tastend, in de wetenschap dat wie wat vindt slecht gezocht heeft. "Wat af is, is niet gemaakt", schreef Paul Valéry. Daarmee wees hij niet het kunstwerk als product af, maar probeerde hij kort en bondig aan te geven dat er in het kunstwerk als het ware een of meer blinde vlekken moeten zitten, lege gebieden op een verder ingevulde landkaart. Juist die lege gebieden zorgen ervoor dat de luisteraar, toeschouwer, lezer iedere keer opnieuw in beweging kan worden gebracht. Het ontbrekende stukje van de puzzel waar men wel een besef van kan hebben door de aanwezigheid van de omliggende stukjes, maar dat men nooit echt helder voor de geest kan krijgen. Juist het diffuse karakter van dat ontbrekende stukje zorgt ervoor dat het kunstwerk een verbinding met het brein van de beschouwer aangaat, dat niet anders kan dan op zoek gaan naar het sluitstuk, naar de oplossing die voor altijd in de lucht blijft hangen, helder en raadselachtig tegelijk.

Dit alles moet een kern bezitten. De woorden zijn er al. Omdat de rivier achteruit lijkt te stromen Betekent dat nog niet dat beweging niets betekent, Dat zij als metafoor onnauwkeurig is. En de manier waarop stenen zinken. Zo sierlijk. Berooft hen niet van de waardigheid Van hun chagrijnige zwaartekracht. Zij zijn wat zij zijn en wat zij lijken. Wellicht verschaft het feit dat wij niet Dichter bij hen komen ons een soort glans Waarmee wij niet instemden, Alsof wij iemands auto waren: Groot, bezield en kalm. Ashbery is vroeger wel versleten voor een surrealist, een adept van de éciiture automatique. De surrealisten schakelden in hun poging om het toeval te laten regeren het vormend principe van het brein bewust uit. De meeste surrealistische gedichten zijn daarom net zo interessant als de muziek van John Cage. Ashbery daarentegen probeert gedichten te schrijven waarin het brein nog op zoek is naar een vorm. Hij doet dat met grote hardnekkigheid en in het besef dat de onderneming min of meer tot mislukken gedoemd is: Dit alles moet een kern De woorden zijn er al.

bezitten.

Spontaniteit. Intuïtie. Creativiteit. Voor mij wijzen ze alle drie vooral in de richting van het vermogen dingen weg te laten waardoor wat rest onder spanning komt te staan. Juist door het oningevulde worden wij aangetrokken. Het geeft ons brein de mogelijkheid iets af te maken. Daarin schuilt het esthetisch genot dat kunst ons kan geven. Ik kan niet nalaten hier weer eens het lucide citaat van forge Luis Barges weer te geven dat exact aangeeft waar het mij om gaat. Aan het slot van zijn essay 'De muur en de boeken' uit zijn boek 'De cultus van het boek' schrijft hij: "Muziek, staten van geluk, mythologie, gezichten gevormd door de tijd, bepaalde schemeringen en bepaalde plekken willen ons iets zeggen, of hebben iets gezegd dat ons niet had mogen ontgaan, of staan op het punt ons iets te zeggen,- die op handen zijnde onthulling, die zich niet voltrekt is, misschien, de esthetische werkelijkheid." Het lijkt er dus op dat ons brein, ook bij het vervaardigen of kennisnemen van kunst, een voorraad structuren nodig heeft gebaseerd op eerdere ervaringen. Zonder die structuren kan het brein niet tot iets 'nieuws' komen. Men kan wel, zoals de componist Erik Satie, geïnteresseerd zijn in de muziek die een kind van één jaar zou componeren, maar het antwoord zou vrees ik toch zijn dat iemand van één nog niet voldoende muzikale vormen heeft gememoriseerd om tot zoiets als componeren in staat te zijn. Dit gegeven relativeert ook het belang dat er in de twintigste eeuw is gehecht aan het begrip vernieuwing, een begrip dat tegenwoordig zelfs in overheidsrapporten kan worden aangetroffen. Begrippen als 'vernieuwing' en 'avant-garde' zijn ontleend aan een negentiende-eeuws wereldbeeld gericht op ontwikkeling

wcs

JANUARI/FEBRUARI

1997

61

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 61

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's