GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1998 - pagina 45

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1998 - pagina 45

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij de acceptatie van nieuwe muziek speelt, zoals gezegd, ook de tijd een grote rol. Ketting, puttend uit eigen ervaring: "Zeven jaar geleden werd mijn symfonie voor saxofoons en orkest gespeeld. Na afloop kon ik de dirigent niet eens bereiken om een handje te geven, want het applaus was al verstomd. Prima uitvoering, daar niet van; maar mijn stuk stond geprogrammeerd tussen werk van Beethoven, Brahms, en Mendelssohn. De laatste keer dat het werd uitgevoerd, oogstte het gelukkig meer succes." Betaalde liefde

Waar Ketting wat betreft zijn 'autonome' werk van geen concessies wil weten, componeert hij ook in opdracht, en is hij bij een wat breder publiek misschien nog wel het meest bekend door de muziek die hij voor onder meer de films van de onlangs overleden Bert Haanstra schreef. De score die hij componeerde voor Haanstra's 'Dokter Pulder zaait papavers' is van een ontroerende schoonheid en bepalend voor de sfeer van deze film. Het walsje dat daarin het thema vormt, had bij wijze van spreken van Sjostakovitsj kunnen zijn (een provocerende suggestie bij het horen waarvan de componist in de lach schiet). En toen hij het in de tuin van de cineast voor het eerst liet horen, riep diens echtgenote spontaan: "God, Otto, wat mooi!" Ketting is blij met de waardering die zijn 'gelegenheidswerk' krijgt. En hij is de schaamte, teweeggebracht door de aanvankelijk negatieve reacties uit de wereld van de klassieke muziek, waar men vond dat zoiets de serieuze toonkunstenaar niet paste, allang voorbij. Maar hij wil toch graag blijven vasthouden aan een rigoureuze scheiding tussen het zelfstandige werk en de stukken die hij in opdracht schrijft en die hij schertsend als 'betaalde liefde' aanduidt.

komt pas nadat je het voor het eerst hebt gehoord. Maar op dat moment is het werk al uit handen gegeven; dan is het niet meer van jou, maar van de musici die het uitvoeren." Sprekend over de ontwikkeling in zijn eigen werk - iets wat Ketting overigens ongaarne doet - is hem onlangs, tijdens een uitvoering van zijn eerste symfonie (1959), de rode draad in dat oeuvre weer eens opgevallen. "Plotseling besefte ik dat er dingen zijn in dat stuk, die ik nog steeds gebruik, in een heel andere vorm, dat wel, en veel minder exuberant dan toen, maar toch. Ik heb het er nooit met opzet in gebracht en een ander zal het misschien niet eens horen, maar ondanks al dat gereken en gedoe, hoor ik in mijn werk toch steeds weer dat ene liedje dat van mij is en waarbij ik mij thuisvoel. Ik heb wel eens bewust geprobeerd het te vermijden, zoals in 'Kom over de zeeën', maar achteraf moet ik vaststellen: het zit er toch weer in." Met dank aan T o n van de Langkruis en Mories Römkes van 'Hollands S p o o r culturele projecten' in Den Haag.

W e r k van O t t o Ketting is op cd verschenen bij onder andere Donemus, Paulus Potterstraat 16, 1071 CZ A m s t e r d a m , tel. 020 676 44 36 (zie voor een speciale lezersaanbieding m e t muziek van Ketting pagina 4 van dit n u m m e r van W C S ) . Bij Donemus verscheen, begin oktober, bovendien het boek ' T i m e Machine - over en door O t t o Ketting', onder redactie van Maarten Brandts en T o n Hartsuiker,

Hoe aanlokkelijk is het om het roer helemaal om te gooien en deze succesvolle en uiteraard ook lucratievere manier van componeren tot hoofdtaak te maken? "Dat kan ik niet en dat mag ik niet", zegt Ketting met grote nadruk. Van wie niet? "Van mezelf niet." En waarom niet? "Omdat ik in dat soort composities een muzikaal idioom uit het verleden gebruik. Je brengt de muziek er niet verder mee. En dat is toch het primaire doel dat een serieuze componist voor ogen moet houden. Begrijp me goed, ik kijk er niet op neer, hoor. Ik ben ook best trots op de titelmuziek van 'Pulder' en 'Alleman'. En voor 'Bij de beesten af' heb ik ooit jazzstukken geschreven, en daar kolossale pret aan beleefd. Maar het is uiteindelijk niet mijn taal en niet mijn wereld. Het is natuurlijk ook maar gedeeltelijk van mij; het is muziek bij het verhaal van een ander, ondersteunend, dienstbaar." "Echt componeren is zwoegen, tellen, construeren, het bouwen aan iets dat naar eigen wetten luistert die je vervolgens leert ontdekken. Geloof me: componeren is niet leuk, maar bloed, zweet en tranen. Wat leuk is is het schrijven van de partituur naderhand; al die nootjes in het net. En dan nog wacht je met angst en beven af of het allemaal geen onzin is. Dat eindoordeel

WCS

JANUARI/FEBRUARI

1998

45

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

VU-Magazine | 492 Pagina's

VU Magazine 1998 - pagina 45

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

VU-Magazine | 492 Pagina's