GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1998 - pagina 11

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1998 - pagina 11

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

complexe handelingen goed te registreren en te duiden." En van registreren heeft de hallen-onderzoeker inmiddels zijn buik vol. Op de grafiek die zich van elke vangpoging aftekent op het computerscherm legt Van der Kamp de momenten vast waarop de vingers van de proefpersoon in beweging komen: hand openen, balcontact, hand sluiten. Die meetpunten vormen de bouwstenen van een database die ondanks de krachtige computer in feite op ouderwets ambachtelijke wijze tot stand komt. Van der Kamp vindt het leuk om te zien hoe proefpersonen reageren op een nieuw experiment, maar na een paar vangballen gaat het nog louter om de minieme verschillen tussen de vangsten. Elke beweging van de proefpersoon vergt later een beweging van de onderzoeker: de klik van de computermuis. Maar het kan nog erger, zegt Van der Kamp. Een medewerker pakt tijdens de vangsessies steeds de bal uit de hand van de proefpersoon, en plaatst hem weer op de staaf. Er zijn testseries van 5 5 opeenvolgende vangpogingen, maar ook van 120. Behoorlijk geestdodend, dat wil de promovendus wel toegeven. Maar de moeite lijkt zich te gaan lonen. Als Tau inderdaad een ondergeschikte rol speelt, is volgens Van der Kamp een belangrijk paradigma van de omgevingspsychologie ondergraven. "Het is niet zo dat straks het hele vakgebied ineens is gefalsificeerd, maar Tau is wel altijd bijzonder illustratief geweest voor de wijze waarop we dachten dat mensen hun handelingen afstemmen op wat ze visueel waarnemen."

schoot. Er komt een bal op ze af en dan kijken we hoe ze anticiperen, wanneer ze beginnen met het reiken naar de bal. Ook daar stellen we de vraag welke visuele informatie ze gebruiken. Gebruiken ze in de loop van hun ontwikkeling wellicht andere informatiebronnen om te kunnen omgaan met wat er in hun omgeving gebeurt?" Kinderen met hersenbeschadigingen vertonen dikwijls afwijkend motorisch gedrag. Samen met het Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit doet de vakgroep waarvan Van der Kamp deel uitmaakt onderzoek naar onder meer de capaciteit van de hersenen om de werking van beschadigde delen te compenseren. Op hersenscans valt te zien welke hersendelen worden ingeschakeld als

Hersenbeschadigingen

de plaatsen waar de motoriek huist beschadigd zijn. Waar liggen de grenzen van die flexibiliteit? En als je stoornissen vroegtijdig ontdekt door motoriektests, valt de schade dan in een bepaald stadium nog te herstellen? Van der Kamp verwacht zijn ballen-ervaring straks prima op baby's te kunnen toepassen.

Het hart van de onderzoeker gaat uit naar studies bij kinderen. Daarmee hoopt hij na zijn promotie aan de slag te kunnen. Van der Kamp: "Juist omdat volwassenen doorgaans goed in staat zijn hun bewegingen af te stemmen op wat ze zien, is het interessant te zien hoe kinderen hiermee omgaan. Ook bij kinderen van twaalf weken tot anderhalf jaar oud doen we daarom vangproeven. Niet met deze proefopstelling, uiteraard. De kinderen zitten bij hun moeder op

kamer naast het ballen-lab is het trappellab gevestigd. Van der Kamp laat de experimenteeropstelling van zijn buurvrouw-onderzoeker zien. Ook die is omhangen met gordijnen. Met aan de buitenzijde een vrolijk motiefje, dat wel. Terwijl baby's in een speciaal reiswiegje liggen worden hun bewegingen tijdens allerhande motorische tests geregistreerd, ook hier met infrarood-plakkertjes en camera's. Aan proefpersonen geen gebrek; de uitslag van zo'n test is altijd interessante wetenschap. Het is maar goed dat de baby's niet weten wat de volwassenen in de belendende kamer aan het doen zijn: ballen vangen met wc-spiegeltjes voor hun ogen. De infrarode camera-ogen zouden het spartelen van plezier genadeloos registreren.

fotografie: Lenny Oosterwijk

Als het zo ver komt, kan de bewegingswetenschapper waarschijnlijk in dezelfde gang van het gebouw van de Vrije Universiteit werkzaam blijven. In de

wcs

JANUARI/FEBRUARI

1998

11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

VU-Magazine | 492 Pagina's

VU Magazine 1998 - pagina 11

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

VU-Magazine | 492 Pagina's