De Hollandsche gemeente te London in 1570/1 - pagina 7
,,
439
hun diplomatische
tact tegenover het
de herstelUng der gemeente slaagden.
scheidden
zij
Hof en den Bisschop, werkeUjk in Op grond hunner oude Belijdenis
de Gereformeerden weer van de Dooperschen
Averd door den Bisschop van
Emmanuël Demetrius
Londen gebannen
met enkele andere
invloed op het kerkelijk leven
Reeds in 1562
zijner
aanhangers van allen
der gemeente beroofd.
werd Nicolaas Carinaeus
Winge
Ilaemstede
af.
en Jacobus Acontius en
,
tweede en in 1563 Got-
als
Door beroepen. werd de getalsterkte der gemeente telkens uitgebreid. Koningin Elisabeth gaf hun het oude bedehuis in Austrinfriars terug en slechts daarin moest de luister der nieuwe gemeente voor dien der oude onderdoen, dat Elisabeth weigerde het Koninklijk decreet van Eduard te bekrachtigen en dus de zelfstandigheid der gemeente loochenend ze aan het oppertoezicht van den Londenschen Bisschop onderwierp. van
fried
als
derde predikant
naast
Delenus
nieuwe vluchtelingen
,
,
,
Toch zou het de gemeente niet vergund worden stil en geleidelijk haar Daartoe was haar leven te ongestadig.
gemeenteleven te ontwikkelen.
Niet één jaar bleef ze die ze was,
maar wisselde
telkens van personeel,
door het gaan en komen van nieuwe ballingen. Eer toch het overblijfsel der oude gemeente
weer
tot
vasten
vorm gekomen was
reeds spoedig door nieuw-aangekomenen
,
,
eerst verontrust,
zag het zich dra bedreigd
Immers het sprak van zelf, dat de gemoedstoestand eener stille gemeente als zich weleer te Londen gevormd had, een geheel andere moest zijn dan die der Hervormden die van stad tot stad opgejaagd, al de onrust van hun land nog pas in het eigen hart doorleefd hadden. Van zelf moest de geestelijke ongebondenheid die de vervolging kweekte, daardoor in strijd komen met den geregelden gang der ge-
en ten
leste geheel overvleugeld.
,
,
vestigde gemeente. Beide stroomingen moesten in den boezem der ééne gemeente spoedig een worsteling om den voorrang beginnen en het kon niet uitblijven of de steeds wassende stroom der nieuwe vluchtelingen moest ten leste het oude bestanddeel der gemeente geheel verdringen. ,
,
In 1563 vertoonde zich reeds de eerste voorteekenen van dezen strijd
toen
de bekende Dr. Justus van Velzen
openlijk in
,
een balling uit
's
Gravenhage
de dus genaamde Prophetie tegen de predikanten Carinaeus
en Delenus optrad en hun inzicht
Van Velzen was
juist
in het stuk der
wedergeboorte bestreed.
een toonbeeld van die ongestadigheid des geestes,
waartoe het gemis eener
deugdelijke
kerk noodzakelijk brengen moet,
wel gelukte het den Kerkeraad nog zijn tegenspraak tot zwijgen te brengen, en werd hem door Bisschop Grindall zelfs het verblijf in En-
en
geland ontzegd, maar de polemiek door
hem begonnen,
zou spoedig door
anderen worden opgenomen; de tegenstelling tusschen de oude gemeente en de nieuwe reeks vluchtelingen was door hem slechts openbaar ge-
worden en kon allerminst door van Velzen's heengaan worden bezworen. 8*
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1870
Abraham Kuyper Collection | 40 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1870
Abraham Kuyper Collection | 40 Pagina's