Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 74
WAT GELDEN MOET VAN DE DIENAREN DES WOORDS.
6o
eenige waardigheid hunner personen, noch ook aan eenigen hoogeren die aan hün ambt boven het ambt van ouderHng of diaken zou toekomen, maar uitsluitend aan de waardij van het Woord Gods, dat ze bedienen en elke pretentie op eere of waardeering, die op
graad,
;
moet wil
dan
anders
iets
én
op
zelfzucht
als
ter
wille
waardij
van
hoogheid
des
de en
het
Woord gegrond
harten, én
om
zou zijn, huns persoons
Zoo
van hun dienst met beslistheid tegengestaan.
de waardigheid van den Dienaar des Woords afhankelijk van de waardij waarin hij zelf Gods Woord houdt, dat zijn ambtelijk gezag, ook al draagt hij den titel nog, verbleekt en verdwijnt, naar dezelfde mate waarin de macht van het Woord over zijn persoon en prediking afneemt. De gereformeerde kerk kent geen Roomsch ambt, dat ex opere operato door priesterlijken invloed werken
ver zelfs
is
Een Dienaar des Woords is voor den gereformeerde een gewoon mensch, wiens adem in zijn neusgaten is, en dies even weinig als andere menschen te achten, daar God alleen groot is en een schepsel nooit groot zijn kan. En zelfs door het ambt waarmee hij
zou.
bekleed
wierd de waardij van
persoon als persoon niet in het is en blijft hij dezelfde zwakke, brooze mensch en afgedoolde zondaar, die alleen door Gods genade staan kan. Een burgemeester in zijn qualiteit is met zekere majesteit is,
allerminste verhoogd.
Gods bekleed,
onverschillig hoe
predikant wordt
door door
zijn
Met of zonder ambt
hij
zijn
ambt
bediene,
maar
bij
den
de waardij van zijn optreden uitsluitend beheerscht waarheid van het Woord dat hij predikt. Voor zooverre
de
al
Woord er komt, spreekt hij met 's Konings de sleutelen des Hemelrijks. Maar ook waar door hem dat Woord verlaten of verminkt wordt, verminkt hij zijn eigen dienstwerk en laat varen de heerlijkheid van zijn ambt. Roeping nu van deze Dienaren des Woords is, om de kudde des zijn
dienst
dat
macht en hanteert
Heeren
hij
met dat Woord
T^ weiden op tweeërlei wijs, t. de vergaderingen der gemeente, in de onderwijzing der jeugd en aan de huizen der geloovigen. En door leven, in /ijn eigen huis, onder zijne medeburgers, en met name onder de heiligen. Hij heeft de kudde des Heeren te.weiden in de vergadering der geloovigen, door het Woord aldaar uit te leggen en toe te passen. Het Woord van God heeft zijn strekking tot elke gemeente, in eiken tijd, en in eiken tijd tot elk persoon; en de verborgenheid der prediking schuilt nu juist hierin, dat aan het Woord van God door consciencieuse uitlegging en fijn onderscheidende toepassing die door den Geest gewilde strekking worde gegeven. Elk mottopreeken moet w. door leer en leven.
derhalve
als
zonde
in
te
Door
weiden.
leer in
het heilige afgekeurd.
Men
heeft niet de
kudde
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
![Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 74](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/tractaat-van-de-reformatie-der-kerken/1884/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's