Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 142
VAN REFORMATIE DOOR GELEIDELIJK KERKHERSTEL.
128
beering van de kwade bestanddeelen, het aangetaste organisme in
zijn
oorspronkelijke zuiverheid te herstellen.
Hoe men
doen moet, hangt natuurlijk af van de geaardheid van het organisme. Op de longen werkt een verstandig arts anders dan op de lever, op de nieren anders dan op het hart. Ook bij de Kerk dient derhalve, zoodra er bederf in haar organisme insloop, gevraagd: wat zijn de kanalen, de wegen, de gangen, die het organisme oplevert ter uitdrijving, betering of oplossing van schadelijke bestanddeelen ? En luidt hierop nu het antwoord: Deze kanalen zijn tweeërlei, t.w. de uitoefening van de Kerkelijke tucht en de verbetering der Kerkelijke ordonnantiën, zoo is het klaar als de dag, dat beteugeling van het kwaad door berisping, schorsing of afzetting van ontrouwe dienaren, of ook door berisping, censuur en desnoods banning van ontrouwe leden der Kerk, hoe juridisch ook, nog evengoed tot dit
—
de medische wijze van kerkherstel behoort,
als
de
sterking van levenskracht door de prediking des
Woords. Laten uitzieken of doorzieken is ganscli geen methode, maar of plichtverzuim of het nietsdoen der machtelooze wanhoop. De arts die door laat zieken neemt als arts zijn ontslag. En de vraag of, als men eenmaal medisch handelen wil, prediking van boete en bekeering volstaat, dan wel tot oefening van tucht en herziening der kerkorde moet worden voortgeschreden, hangt volstrekt niet van uw goedvinden af, maar uitsluitend van de geaardheid die het kerkbederf vertoont. Schuilt het kwaad nog alleen in verachtering in genade, dan alleen de boetbazuin maar drong het verder door en wierd het organisme zelf aangetast, dan moogt ge daarbij niet stilstaan blijven, maar dient evenzoo de hand gelegd aan ;
de tucht en de kerkorde. De dienaren in Jezus kerk
Woords,
die zich
het
slechts
voor
zijn volstrekt niet alleen
God verantwoord kunnen
Woord op den
kansel en
in
predikers des
rekenen, indien ze
een deel der huisgezinnen
hun ambt evenzeer kerkregeerders, oefening der tucht en het stellen van goede order
prediken. Ze zijn krachtens
en
als
zoodanig
tot
op de zaken der kerke
gehouden. Zich in te beelden, dat prevan het Woord genoegzaam zou zijn, en de taak der kerkregeering wel ongedaan kan gelaten, komt dus op niets minder neer, dan op een prediken van dat Woord aan anderen, terwijl men zelf ronder verwijt der conscientie, in eigen ambt aan dat Woord ong e h o o r z a a m is. diking
Toch t.
de
w.
gewaarschuwd tegen een andere eenzijdigheid, pogen en woelen derzulken, die zonder oog voor in genade en onder kennelijke minachting van de
dient evenzeer
tegen
het
verachtering
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's