GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Plancius-rede - pagina 11

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Plancius-rede - pagina 11

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Doch, waar ik

dit

volmondig erken, voeg ik er toch ook

waar de band des „geloofs"

dat

den band des „bloeds"

bij

bij,

bij-

komt, waar die twee saamgaan, en de een den ander nog hechter snoert, dat daar de geestdrift, tot

komst

het

hoogste uiting komt, en

zijn

warm

enthousiasme vanzelf

dat nu

is

Patrimonium een zoo eigenaardig,

in

het,

wat aan

uw

een nog hooger,

een nog teederder karakter leent.

Ook van

even diep

voelen

wij

als

wie buiten

het trekken

zijn

band der nationale gemeenschap,

den

maar bovendien voelen we den band der (ye/oo/igemeenschap er nog bij. En daarom hebben we u, toen ge hier in het land kwaamt, niet opgeëischt voor onzen kring.

slechts een bescheiden

We

Aveten dat

plaats in ons volksgeheel

aan heel dat volk kwaamt ge

toe.

onze

verbeide ure, in

des geloofs als broeders zouden

kunnen toejuichen, en de vervulling

aan

dit

waarop

gemeenschap

de

ure brak thans aan, en het juist

en

Maar desniettemin hebben

we ook op onze ure gerekend, die lang we de mannen van hetzelfde bloed, ook is

kring

inneemt,

zie,

hope,

dier

die die

saamzijn in Patrimonium een geheel eigenaardig

karakter leent.

Immers, ge bevindt u thans, Edele Mannen, die tot ons kwaamt, ge bevindt u thans in een kring van dat eenvoudiger Christenvolk, dat voor mij nog steeds de kern van elke natie is,

en waarvan ik ook voor mijn eigen vaderland de

leving voor de toekomst verwacht. Niet

standen der maatschappij

alsof ik

lager zou schatten.

de

weêrophoogere

Integendeel, ze

nemen de hun van God toebeschikte hoogere plaats van rechtsin. Maar de hoogere standen geraken door ingespannen

wege

geestesarbeid telkens uitgeput, en dan

maar

juist

uit

op moet komen,

de

kleine

om dan

te

Vooral in dagen van verflauwing ziet,

het niet uit hun midden,

voorts ook in de hoogere standen een

nieuwe en hoogere levensuiting ge hier voor u

is

burgerklasse, dat het nieuwe bloed

voorschijn te roepen. ligt

dus in het volk

de pit en kern der natie,

en

omdat

dat ik

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884

Abraham Kuyper Collection | 32 Pagina's

Plancius-rede - pagina 11

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884

Abraham Kuyper Collection | 32 Pagina's