Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 228

!

DE ONDERNOMEN VELDTOCHT.

210 was

;

hem

ik bestelde

tegen 12 uur

bij

strekt niet,

docht^ van den

Na

;

maar vermoedde

vol-

nog een enkel woord met eene gansch

die bij mij belijdenis afgelegd had, over

Koster,

andere dingen gewisseld

aan huis

mij

dat het gevaar zoo nabij was.

hebben, reed ik naar het kantoor, waar de heer

te

Wijdooge (de Koster der Noorder) werkzaam was van hem naar de Zuider, wier Koster mij niets anders zeide, dan dat hij van alle bewaking verzocht ;

Maar hoe

en nu eindelijk naar de Oude.

te blijven,

had verschoond

ik mijn schrik, toen mij daar door twee

schets

onbevoegde en onbekende mannen

opengedaan werd, en ik er vernam, hoe hun reeds door de bezetting van de

was gedaan

bericht

Ooster

van mijn bezoek

dat Kerkgebouw, en hoe

bij

een en ander toegegaan was? Ik gaf den Koster raad; reed oogenblikkelijk

naar den

en

Grevers

Bertram

Subcommissie

de

van af wist; ook hem

niets

nu ook noodig,

het

Kerkvoogd Ds. Krayenbelt,

vertrouwen

te

van

die

Kerk uitmaakte, maar

thuis.

O

morgen van

schrik, ik vergeet

Inmiddels had de morgenpost een brief gebracht, dat er

bij

bezoeken hadden mijne zenuwzwakke vrouw diep geschokt,

middelen.

Maar

van Oostveen^

Onderscheidene andere berichten en ook

de Kerkgebouwen te bewaken.

eerst

u nooit

timmerman van beroep, mannen gevraagd waren

een geschorsten ouderling,

voor het

er

bood ik mijne diensten aan. Eindelijk achtte ik

mij bij br. Meijnink omtrent de koepelkerk te informeren.

Tegen één uur was ik weer

om

met de heeren

die

in mijn leven de toevlucht

gelukkig,

spoedig

kreeg

nemen moest ik

bericht

terwijl ik zelf

tot zenuwstillende

van den een na den

ander, dat de bewakers of afgewezen of weer weggezonden waren.

De een

Koster der

paar personen

Grevers had

moest dien morgen

Ooster-kerk te spreken.

Nauwelijks was

hij

zijn

huis verlaten,

om

den hoek

twee mannen op het afgesloten erf ingebracht.

huiswaarts gekeerd, en merkende wat er gebeurd was, vloog

de Prinsengracht

688,

waar

bij

of de heer

Maar

spoedig

hij pijlsnel

de noodige wenken vond, en

om

kwam

naar even

snel

met politieagenten

nu spoedig

bui-

ten

werpen, terwijl de duplicaatsleutels den heer Grevers niets hielpen,

om

in

Kerkgebouw

het

sloten

niet

waardig

te

te

terug. Hij liet

komen

;

meer pasten voor die zyn

gemunt, zoodat

;

de

de ongenoode gasten

Koster had er voor gezorgd, dat de

sleutels. Jï^'

toonde inderdaad, zyn ambt

maar meer dan één had het

hij

slechts

in de eerste

dagen op hem

bewaakt en gewapend op straat verscheen.

De

Ooster kerk toch was wel het gouden kleinood in de oogen des geweldenaars. Sints die ure vooral wilden

De vrouw van

den

zij

er geene eigene plaatsen

meer in houden.

Koster der Noorderkerk had zéér spoedig na mijn

vertrek bezoek van den heer Pouwels met twee

mannen gekregen. Op mijn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen