Uit de diepte - pagina 441

;

'k

:

Zal eeuAvig zingen van Gods goedertierenheên

Uw

waarheid

hoe

Ik weet,

't

vermelden door mijn reen.

te allen tijd

vast

gebouw van uwe gunstbewijzen,

uw gemaakt bestek, in eeuwigheid zal rijzen; Zoo min de hemel ooit uit zijnen stand zal wijken, Zoo min zal uwe trouw ooit wankien of bezwijken.

Naar

De hemel

Uw

looft, o

Heer!

uw wondren

waarheid wordt op aard de

uw

Daar

uwe trouw mag

geheiligd volk van

Want wie En welke

is

U

gelijk bij al

dag en nacht;

glorie toegebracht.

zingen;

de hemellingen?

vorsten ooit het aardrijk moog' bevatten,

Wie hunner

is,

o Heer! met

U

gelijk te

schatten?

Psalm 89

En

er

dende

waren herders het veld, en

in

zij

in

diezelfde

landstreek,

:

1

en

zich

hielden de nachtwacht over

3.

hou-

hunne

kudde.

En

ziet,

lijkheid des

een engel des Heeren stond

Heeren omscheen hen, en

zij

hen, en de heer-

bij

vreesden met groote

vreeze.

En de

engel

zeide tot hen: Vreest niet!

kondig u groote blijdschap, die Namelijk

dat

al

u heden geboren

want

ziet, ik ver-

den volke wezen is

zal

de Zaligmaker, welke

is

Christus, de Heere, in de stad Davids.

En in

dit

zal

u het teeken

zijn: gij

doeken gewonden, en liggende

zult het

kindeken vinden

in de kribbe.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen