Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 322

DE ONDERNOMEN VELDTOCHT.

304

heeft plaats gehad, en ze

men, en

Wat

wordt.

bepleit

deel

is

van hunne

zijde

gewild

de scheuring

;

is

geko-

hunnen kring voorbereid geworden, hoe talentvol ook het tegen-

in

er geschied

blijft

is,

alzoo uitsluitend voor

hunne

rekening.

rekening, met de gevolgen die het gebeurde voor hemzelven

Voor hunne gehad

doch die

heefc,

dragen dan

te

ze,

in

den vollen omvang, niet langer zullen behoeven

De

zelven het noodig zullen maken.

zij

hunne krachten weder voor het predikambt

predikanten kunnen

Kerk

in de

ten dienste stellen,

zelven met belofte van onderwerping aan de kerkelijke verorde-

zoodra

zij

ningen

het

verlangen

daartoe kenbaar maken. Onder dezelfde voorwaarde

kunnen ook^de overige kerkeraadsleden, daartoe benoemd, wederom

Kerk

De

zoodanig optreden.

als

in

de

weg daartoe staat voor ieder van hen eiken

dag open. Wij mogen

niet eindigen zonder een woord, dat ons

Dat de verdoolden tot

in ons

nog op het harte

ligt.

midden mogen terugkeeren, dat de weêrstrevigen

onderwerping mogen komen, dat de ontevredenen zich opnieuw hartelijk

mogen

ons

bij

moge ontwaken

aansluiten, dat !

dezen daaraan toe

Maar

wij

hebben nog

voegen, dat voor zooveel verkeerdheden en zonden in

te

Kerk gevonden worden,

onze

de onverschilligen nieuwe belangstelling

bij

Gij deelt met ons in die wenschen.

die

den wasdom van het Godsrijk onder ons

tegenhouden, zulke verkeerdheden en zonden uit ons midden mogen worden

weggedaan

Rampen

1

als de tegenwoordige, die

zonder eene vermaning

niet,

in

zich

te

ons

treffen,

komen over ons

bevatten tot verootmoediging en

bekeering.

Daar

teekenen die doen vragen, of het geloof wel aller

zijn

wel in het harte

gepaard

gewaad over

leeft,

of de

gaat, ?

Laat ons

onze

Kerk

of de liefde niet verkoeld

gedaante

in eigen

uitgestort,

om

boezem

tasten, en

zou

!

Moge

er alzoo

eene

kracht

is

met verstand

dan een

uiterlijk

worde de Geest des Heeren

tot

de vervulling van eene nog

te

weinig

het booze te bestrijden, het verlorene op te zoeken, over

het afgedrevene zich te ontfermen en het

plaats,

of de ijver

of de hoop

opdat hare leden zich van hunne roeping meer

bewust worden, en zich opmaken volbrachte taak,

is,

godzaligheid meer

der

is,

van haar,

als

zwakke

van een

te versterken

licht schijnende

dat bezwijken

op eene hooge

ten goede uitgaan tegenover de krankheden van onze

maatschappij en de kwalen, die zich kankerend aan het volksleven hebben vastgehecht

haar

!

Zoo geve Gods genade, dat

voortkome,

smarten opsta!

en

zij

weder

tot

een

uit het

kwade nog

het goede voor

nieuw en krachtig leven

uit deze

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen