Uit de diepte - pagina 224

218 dit nu voor hen is geschied uit genade wordt n hen toegepast zonder hun toedoen zonder eenige medewerking of verdienste hunnerzijds, en dus weer enkel en

Eu waar

het ook alleen

Op

,

i

,

uit genade. die toepassing van Christus offerande

op dat persoondeelachtig worden van het door Hem verworven leven, van de door Hem aangebrachte zaligheid, wordt nu de aandacht gevestigd door de toevoeging van de woorden in onzen tekst: »Want gij zijt uit genade zalig geworden door het ,

lijk

geloof. Door te spreken van de genade wees de Heilige Geest ons op God den Heere en hetgeen Hij heeft gedaan; op zijn groote liefde, waarmede Hij reeds liefhad, toen de voorwerpen zijner liefde nog als kinderen des toorns midden in den dood lagen. Door nu te spreken van het geloof wijst de Heilige Geest ons op den mensch, op wat niet buiten en voor hem, maar in en door hem plaatsgrijpt. Met de woorden »uit genade" wordt gewezen op de fontein, de springader, waaruit het water opwelt. Met de woorden »door het geloof" wordt het oog gevestigd op het stroombed, waarin het water invloeit en waardoor het heenstroomt tot verfrissching van de dorre landen. Het levenaanbrengend water komt niet uit de bedding der rivier, maar hooger op uit de bron. De bedding is slechts het middel, dat verband brengt tusschen de bron en het dorre land. Zoo nu ook is het geloof het middel, het instrument, de bedding, waardoor het leven invloeit in de ziele. Het geloof de band van gemeenschap aan den Christus eerst als er is persoonlijk verband is tusschen den Christus en ons, kunnen zijne weldaden ons toevloeien door de bedding van het geloof. Vandaar heet het in onzen tekst gij zij zalig geworden door het geloof en niet uit het geloof. Neen, het geloof is geen uitwerkende oorzaak het werkt niet de zaligheid in ons de uitwerkende oorzaak der zaligheid is de genade de middellijke oorzaak het middel het instrument, waardoor de zaligheid wordt ontvangen en ervaren, is het geloof. Hieromtrent kan men zeer spoedig op het dwaalspoor geraken, als men niet juist onderscheidt, wat het geloof is, waarin het wezen des geloofs bestaat, wat de ware aard en natuur des geloofs is. Over het wezen des geloofs bestaan zeer veel verkeerde voorstellingen, en dientengevolge ook vele onzuivere meeningen over den oorsprong des geloofs. Vooral in onze dagen hoort men dikwerf allerlei bepalingen van het wezen des geloofs, die in strijd zijn met de Schrift. De een zegt: »Het ;

:

;

,

;

,

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen