Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 42

HET PLAN DE CAMPAGNE,

24 overigeus

der

echter

bevoegdste

degelijke

ook de

stukken,

contra

„Catechismus"

schoon,

vrees

achter

genoegen

veel

beoordeelaars

zal

de

ik,

blijven"

vau beleefd en

in

„Dank voor uwe goede

schreef mij bijv.:

A. K.

de laatste Nos. van het Kerlc.

in

van

dat

Repliek

op gezien. Een

veel zegen

heden

—

„schlagend" en geestig,

zeer

is

en

W.

aan het Adres der niet-denkendeu wel niet

(11 Juli 79).

Sedert

dien

dwong

tijd

ik mij zei ven,

althans zoo lang ik moest, tot het hooren ook naar de eerste stem, die

Heraut elke week van zich

Dat was

gaf.

De

toch ook het zielevoedsel dat ons

goede volk door de YrijG Universiteit bereid moest worden.

En

nu voorts

mij

grond,

dat

er

valschheid.

De

m

tot die Stichting zelve bepalende, stel ik

een

onderscheid

op den voor-

bestaat tusschen welbewuste en onbewuste

laatste bedoel ik, als ik spreek

van valschheid

dat

van

zich

hij

zijne

geveinsdheid niet bewust

en

is,

Luc. 12:1

— 12

goed

heid

zelfs

onder Zijne kudde kan uitstrekken.

zich

merking hier maak,

De

te

ontleden, hoe ver naar

zal uit het vervolg

van

's

dit

wij

de houding,

in

het woord, in het werk van Dr. Kuyper. Zoolang mogelijk

neem

ik aan,

behoeven slechts

Heilands

leer de geveinsd-

En waarom

Hoofdstuk

ik die op-

blijken.

geschiedenis der oprichting van de Vrye Universiteit ligt nog in het

duister. Dr.

van Ronkel weet

er alles van,

doch heeft daaromtrent voor het

publiek het stilzwijgen bewaard. Ik weet er niets van, dan wat ieder er van

Maar

weten kan.

weten

omtrent

kan nu reeds een en ander van hetgeen

ik

andere pogingen

Onderwijs verhalen. Ik zal dat doen, ook veelzins verkeerd

slechts enkelen

betrekking tot het Hooger Godgeleerd

in

om

te

doen

zien,

hoe conciliant de

genoemde en beoordeelde „Irenischen" gehandeld hebben.

Vijandschap tegen u

is

evenmin

er thans

vroeger

als

bij

mij; ik ben en

blijf onpartij-

dig lid van het rechtercentriim, in vriendelijke gezindheid jegens alle broeders.

Maar diep verontwaardigd ben ik over uw tnorsen (sit venia verbo) met Gods Woord. steenen zouden wraak geroepen hebben, indien iemand van ons het niet gedaan

De

had.

O,

Zulk

eene

geloof

een

broeder,

exegese baant den

Vroeger kon

uwe

ik

die vrij wat

weg

meer ervaring

heeft in die dingen

dan

gij.

Rationalisme en Atheïsme, althans Modernisme.

tot

eerste stukken nooit lezen,

doch nu begrijp

ik.

waarom

gij in

den

kring der broederen zoo jammerlijk veel antipathie opgewekt hebt. Ik zal u persoonlijk

om

reden

die

Woord ze

drijft,

geen

als

ik

zoolang

schreef,

enkel u

in

gij

hard woord zeggen.

Ik weet, dat mij de liefde tot

Gods

die dingen tegensta, en die liefde zal blijven schrijven, gelijk

aldus

leeft

met den

Bijbel.

Hare vurigheid en scherpheid

is

echter geene vijandschap tegen u. t

Spijt

Woord Zoo

is

mij,

een

redactie van

raakt

gij

dat

hgt

.komt

den verkiezingsstrijd. Ik kan dat

in

niet helpen.

Gods

mij dierbaarder dan de geheele partij der vrienden en hare belangen.

er

vriend,

die

De Heranl

u

uwe

feilen

voor hel a

s,

weer glad onder.

Met hcilbede en yroete.

toont, u

nog

iets

jachtseisoen of den

zeggen mag, a.s.

-

leg dan de

veldtocht neder.

Anders

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen