Uit de diepte - pagina 253

247

van Hem, geleid om,

deed uitbreken uit den schoot der aarde, naar beneden stortende, in haar bruischende vaart boomen te ontwortelen en mede te voeren, of de velden te overstroomen en waar zy zooeven, nog rustig vlietende, den grens der eigendommen bepaalde, daar wordt thans elke grens door hare wateren of door de die haar

—

van

—

steile rotsen

;

met

zich voert, uitgewischt. het hart van een koning in de hand Gods; maar juist omdat zijn invloed zoo wydstrekkend en zijne verantwoordelijkheid zoo groot is, neemt God zelf door hem het roer in handen; neemt zijn hart, bewust of onbewust, in zijne hand, en leidt het gelijk eene waterbeek, waarheen Hij wil, en zegt: »Door My regeeren de koningen." Hij gebruikt hen tot dit tweeledig doel, óf als herders der volken, om ze te weiden en te beschermen, of als eene tuchtroede der natiën, als pijlen Daarom ook zegt de Prediker: »Wee het in zyn pijlkoker. land, welks koning een kind is; maar welgelukzalig het land, welks koning een zoon der edelen is." Wijst de geschiedenis ze niet duidelijk aan, die óf eene weldaad óf een vloek der volken waren, waarover zij den schepter voerden; God zelf neigde hen als beken, hetzij ter besproeiing of ter verwoesting; want Hij alleen is het, die wijze, godvruchtige en weldadige vorsten verwekt, en ze met verstandige raadslieden omringt, om een volk te verheiFen, óf die de volken slib, die zij

Zoo nu

is

geeft in zijn toorn, om hen te verderven. Want een volk kastijden wil, gebruikt Hij daartoe een gewet zwaard en bliksemende pylen; geen zwakke medelijdende harten, maar een ijzeren vuist, een stalen wil. Een Nebukadnezar, een Napoleon zijn typen en voorbeelden van zulke geesels der volken. En is het niet alzoo, dat zulke vorsten zelf de kinderen zijn van hun volk, voortgekomen uit, en gevormd door de verdorven eeuw, waarin zij leefden ? Zoo zoekt God doorgaans zijne geeselroede onder het volk zelf, en wordt het volk gekastijd door zijn eigene zonden; en toont Hij alzoo, dat »gerechtigheid een volk verhoogt, maar do zonde eene schandvlek is der natiën." Zietdaar het beeld, waaronder de Spreukendichter ook ons een ernstige waarheid predikt in deze dagen; namelijk deze, dat koningen en regeeringen, en eveneens de rechters der aarde, een gewichtige rol vervullen in Gods wereldbestuur. En ofschoon dat woord: »Door My regeeren de koningen", meer dan ooit in onze verdorven eeuw miskend wordt, en het: »Bij de gratie Gods!" wordt omgezet in: »Door den wil des volks!" en men als met duizende kelen uitroept »Laat ons hunne banden verscheuren en hunne touwen van ons werpen,"

een

koning

als Hij

—

—

—

:

—

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen