Uit de diepte - pagina 361
355
Was
er toen een oogenblik, waarin de Middelaar tusschenbeide trad, om u, terwijl gij gejaagd werd als eene ree op de bergen te troosten door u aan te zeggen, dat Hij met het kleed zyner gerechtigheid uwe onreinheid, waarin gij ontvangen en geboren zij t, wil bedekken? Zulke oogenblikken doorleeft niet alleen de ziel, die uit banden des doods gerukt wordt, maar ook de kerk. Als de Heere hare oogen opent voor de breuken in zijn Zion, dan kan zij niet op Gods gunst hopen; dan vermag zij niet anders te denken, dan dat zij het licht van Gods vertroostend aangezicht zal moeten missen. Maar dan breken door die wolken van donkerheid de stralen van de Zonne der gerechtigheid door, en dan wordt er gejubeld: » Verlosser vanouds af is uw naam, o Heere!" Onze vaderen zagen na bange worsteling in de Synode van Dordrecht de waarheid triumfeeren. En mogen we nu in het voor de eerste maal samenkomen in dit gebouw een blijk zien van de goede gunst onzes Gods? Indien de Heere ons had vergolden naar onze zonden we hadden niet eens meer in het openbaar kunnen samenkomen, o, Als wij gevoelen: het is door 's Heeren alles overwinnende genade, dat we tot hiertoe gekomen zijn, laat dan hierover voornamelijk onze zorge gaan, dat de Heere in zijne gunst op ons blijve doordat wij in zijne wegen mogen wandelen. Dan nederzien blijven we klein voor God, al groeien wij ook in de oogen der menschen krachtig en snel. Hoe was Jakob, die enkel met zyn staf uittoog, geworden tot een groot heir; en toch bleef hij den Heere noodig hebben; hij gevoelde, dat zijn grooto sterkte geen held baat.
verfoeien? voor uwe
ziel
,
,
,
Moeten wij onszelven tot de Ezaus rekenen, die de Heere die Hij liefheeft? haat, of tot de Jakobs Die vraag is zoo gewichtig. Om haar te beantwoorden, onderzoeke een iegelijk zichzelven of hij vernederd is geweest, zoodanig dat het voor hem een onmogelijke zaak werd om voor God te bestaan? Alle hoogmoedigen zullen eenmaal als een stoppel in den brandenden oven zijn. Als gij daarvoor nog vreezen moet, houdt dan toch aan in den gebede. Laat de ,
,
Heere niet gaan, vóórdat Hij u gezegend heeft. die als door een onweder Hij zal zich uwer ontfermen voortgedreven wordt niet om uwentwil, maar om zijns naams wil. Werd er reeds eens een nacht door u in den gebede doorworsteld? Van nature wandelen wij allen als Ezaus » zonder God in de wereld"; Gods almachtige hand is er voor noodig om ons op het smalle pad te brengen. ,
,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's