Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 348
de eerste bladzijde der tweede afscheiding
;
DE ONDERNOMEN VELDTOCHT.
330
Overwegende, dat het Classicaal Bestuur van Amsterdam de bezwaarden gehoord heeft
van 4 Januari 1886, en hen
schrijven
bij
gesteld heeft zich te
verklaren en in onderwerping
Overwegende, dat nu
te
de behandeling van de zaak aan het Classicaal
bij
dat de bezwaren aanleiding zouden kunnen geven tot ont-
Bestuur bleek,
zetting uit eene kerkelijke bediening, dit Bestuur verplicht
den
in de gelegenheid
komen
was
al
de beschei-
de zaak betrekkelijk aan het Provinciaal Kerkbestuur op
tot
en dat het Classicaal Bestuur geen aanleiding had nog nader een of mondeling onderzoek in
te
stellen,
nadat het op
te
zenden,
schriftelijk
schrijven
zijn
van 4
Januari 1886 van ieder der bezwaarden, met uitzondering van vier hunner, ten antwoord ontving, dat voorstellen
dat
;
dat
zijne
goedkeurende stem schonk aan bedoelde
die gewraakte stem uitbracht naar eer en geweten, en
hij
Classicaal
het
hij
zoo het dit had geweten, geen oogenblik zou
Bestuur,
hebben ondersteld, dat
zijne verkeerdheid ten deze
hij
er alzoo
Overwegende, dat
zou inzien
;
geen reden bestaat voor de bewering, dat de
zaak door het Classicaal Bestuur van Amsterdam niet langs wettigen weg Provinciaal Kerkbestuur van Noord-Holland zou
het
bij
zijn
aangebracht,
zoodat ook dit bezwaar van appellanten, zoo het al met het oog op Art. 7
van
Regl. voor kerkelijk opzicht en tucht enz. en in dezen stand der
het
zaak kon worden aangevoerd, ongegrond dat
Overwegende,
recht heeft aangenomen, dat het
de bezwaarden
aanhangig
is
;
Kerkbestuur
Provinciaal
het
is
ter
feit,
van Noord-Holland
te
zake waarvan deze tuchtzaak tegen
gemaakt, bestaat in het gestemd hebben voor
de hierboven opgegeven Wijzigingen en Bijvoegingen in het Algemeen Regle-
ment en
van den Algemeenen Kerkeraad
Instructie enz., in de vergadering
der Nederduitsche
Overwegende,
Hervormde Gemeente door
dat
heeren P. van Son,
W.
ieder
te
Amsterdam van 14 December 1885
Meijer, C. Ingwersen en P. Post,
van het Classicaal Bestuur van Amsterdam was geschorst met uitnoodiging
provisioneel
verklaren dat hij
hij
hij
vóór 18 Januari 1886 te
het verkeerde zijner handelingen inziet,
andere zaak, dan dat
van den
14
voorstellen
weten
om
op de mededeeling
4 Januari 1886, dat
d.d.
is
geantwoord, dat
zeer gekrenkt gevoelt door de voorloopige schorsing wegens geene
zich
bracht
;
der bezwaarden, met uitzondering van de
hij
in de vergadering
December 1885
zijne
van den Algemeenen Kerkeraad
goedkeurende stem schonk aan eenige
van de Kerkelijke Commissie
;
dat
hij
die gewraakte stem uit-
naar eer en geweten en dat het Classicaal Bestuur, zoo het had,
dit ge-
geen oogenblik de mogelijkheid zou hebben ondersteld, dat
zijne verkeerdheid ten deze
zou inzien
;
hij
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's
![Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 348](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/het-keerpunt-in-de-jongste-geschiedenis-van-kerk-en-staat/1887/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's