De vleeschwording des woords - pagina 285

XXIII.

BESLUIT. De verborgenheid der godzaligheid groot.

1

Tim. 3:

is

16.

Met dit drie-en-twintigste artikel loopt de taak, die we ons hadden voorgesteld, ten einde. De belijdenis van den Christus vormt ook nu nooo het door God zelf gegeven middelpunt van onze belij denis omtrent God en menschen, en naar uw antwoord luidt

op de vraag

:

Zoon des menschen klaring

uw

„Wie is?/',

zegt

gij

dat de Christus, de

kan ook zonder nadere

ver-

verdere belijdenis afgemeten.

Het mocht dus

niet toegelaten, dat velen, die in onze,

ook op geestelijk terrein woelzieke dagen, allengs verder van de waarheid afgleden, den schoonen schijn voor zich

hielden,

als

stonden ze toch in de belijdenis van

den Christus nog recht en zuiver.

Er diende aangetoond, dat deze schijn misleidt; en dat de moderne orthodoxie, die de vastigheid der Heilige Schrift loswrikte door ze halverwege te humaniseeren, ook sinds

in

de

lang

belijdenis

van den Persoon des Middelaars

de rechte paden verliet

in het licht diende gesteld, hoe een

;

terwijl anderzijds

goedgemeende over15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen