Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 231
de eerste bladzijde der tweede afscheiding
DE ONDERNOMEN VELDTOCHT.
De
aanval en
vrije
stuitte
het diep beleedigd eer- en rechtsgevoel van
gevangenen gemaakt zouden worden.
tot
van Amsterdammers reeds lang leeren kennen
soort
geene eigene plaatsen meer eigene plaatsen
zwakke vrouwen mochten
maar
van hadden. Dientengevolge was
profiet
dat
voelde,
En
den uitslag.
over
blijd
menschen van
indien
staan,
blijven
schoon
moesten
de geringste kerkeknecht ver-
meer dan ééne vrouw nog lang
zelfs
Kosters bleven bedreigen, als Christelijke
zitten en
ja,
;
slag dier bewakers er zelve
't
zelfs
had en
overspannen
zich
zij
hadden
Zij
voor hen waren
van hunne domine's
dienst
op hare eigene plaatsen
niet
:
in
communisten gedroe-
als echte
;
Kerkgebouwen onder de
zich in de
zij
gebrek aan getrouwe
nu op eenmaal zonder eenigen vorm van proces
en
hunne eigene huizen
gen
om
mannen, die nooit berispt waren
vroede
plichtsbetrachting,
dat
af op
*)
213
gevaren en nadeelen de
allerlei
mannen zouden
dan den eind-
zij
uitslag,
ook van het tegen hen door de teleurgestelde Kerkmeesters op touw
gezette
proces, afwachten.
Zoo
toorden.
Boor de houding der Kosters
bezweken waren, waren
zij
wij
gered ge-
zijn wij
geweest in de macht van wie
over ons heerschen wilden, en wij hadden op een goeden morgen onderschei-
dene kerkdeuren voor ons gesloten gevonden. 22 Juni was ons Waterloo.
Ik was één zenuw brengen,
van
verre
ik moest eens eenige
;
alle bellen
Na
of schellen.
van den volgenden morgen (27 Juni),
voor de dienst
Zaterdags
dagen in een rustig oord door-
menschen en van
alle
als
des
wan-
neer een nieuwe aanval, ditmaal op onderscheidene kansels, gevreesd werd, advies gegeven te hebben, vertrok ik naar den Trompenberg.
heuvelen
overziende,
was het
onze Floris toch ontkomen
aan de samenzweerders^^ en
nagedachtenis van mijn voorgeslacht,
maar
hoorigen,
Ook
1)
plaats
de
heer
dien
te
ongemoeid.
2)
Rutgers, die er zich persoonlijk
behoor
Ik
van het Roode Friezen
namelijk
uitbreiding klif
der
tot
Iets over
ik beloofde aan de
den stand der eigen-
later
—
Maar
een gelijksoortige aanval
zou ik
mededeelen,
alles
meê ging bemoeien, den 24sten Universiteit te
zijn
beloofd
Leyden leveren kon.
waren
de
heuvelen van Gooiland de continuatie
Die Gooijers zijn dan ook Over den oorsprong en den aard
en den hoogen grond van Gaasterland.
van origine. Vgl. verder over hen
—
is
de weinige overgeblevene Grootburgers van het Gooi.
Zuiderzee
der gebrnikregten op de Heiden en
1842;
tot
„Ditmaal
dik worden, In de Oudezydskapel ging het 22 Juni zóó toe, dat
referaat niet aan de vergadering der Vrije
Vóór de
welk nooit
:
der eigenerfden 2) had behoord, en steeds
J^oeJ>ei-kerk bleef niet
mijn boek zou veel
de
tot
't
WesUrkerk-kosten] had eenige dagen
de
in
zelfs
;
steeds
En die Gooische
alsof ik de stem hoorde
mij,
:
A. Perk
:
Weiden in Gooiland
enz.
Arnhem,
bij Is.
An. Nijhoff
Gooiland enz. door Jh. Me. C. Backer, Amsterdam, Joh. Muller 1838,
en de Gids van 1S44,
^1.
284 en
v.v.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's