Uit de diepte - pagina 453

;

447 Geliefden! mocht Hij, die Wonderlijk is en wiens wonderen in Efratha's velden en door alle eeuwen heen worden aanschouwd en gehoord, door deze wonderen u tot zich trekken. Alle wonderen zijn stralen van de Zon, die in Bethlehems kribbe is opgegaan. Och, of die lichtstralen u zóo in het oog der ziele mochten vallen dat gij de Zon in Dat Hij, wiens naam is «Wonderal haar luister ontdektet. lijk", daartoe aan uzelf voor het eerst of bij toeneming een wonder verrichtte. Uw oog bewerkte, dat gij vroegt naar de lichtstralen en naar de Zon. Uw oor bearbeidde, dat gij zocht naar den toon van het engelenlied. Uw hart aangreep, dat gij riept om het welbehagen, den vrede, en de eere van God. Dan is het Kerstfeest voor u. Dan gaan uwe oogen open voor de wonderen van genade, die u omringen; gij zult de engelen Gods zien opklimmen en nederdalen op den Zoon des menschen. Dan knielt gij in hope, in aanbidding en liefde neer bij de kribbe van Hem, die het wonderteeken draagt: uwe zonde. Dan worden uwe lippen geopend zij het ook in een zucht, om in te stemmen met het engelenlied. o. Wee, zoo dit alles voor u tevergeefs geschied is. Zoo gij midden door de wonderen en langs het Wonder zij t heengegaan, zonder zelf een wonder Gods, een kind van God, ,

,

geworden

te zijn.

Ach, of uwe zielszuchten naar Immanuel waren, gelijk de zielszuchten der herders. Zij zei ven waren in Efratha's veld wonderen van genade. Wierd het morgenrood der genade in de verbrijzeling des harten ook aan u openbaar! Al is het ook de verbrijzeling is dan ook nog nacht voor uw oog, een teeken: over ulieden zal de Heere opgaan. Ook het morgenrood, ook het schreeuwen om den dag, is een vrucht van het opgaan der Zonne. Zij het welbehagen over u, zoo zullen deze dingen u niet zoo zal uw harte zich op dit Kerstfeest verblijden ledig laten in Hem, die de Vrede is; en, zij het by het aanschouwen van den eersten engelenglans of bij het staren in het volle uwe ziele zal aanbidden: zonnelicht in den geopenden hemel, nEere zij God!" Amen.

—

;

—

Loof, loof den Heer, mijn ziel! met alle krachten; zijn naam, zoo groot, zoo heilig te achten. Och, of nu al, wat in mij is. Hem preez'! Loof, loof, mijn ziel! den Hoorder der gebeden!

Verhef

Vergeet nooit éen van zijn weldadigheden Vergeet ze niet; 't is God, die ze u bewees.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen