Tweeërlei vaderland - pagina 43

39

meer

zullen en onze zonen tot onze erfenisse zullen zijn

zijn

spreken we

ingegaan,

zaam

Stevig hout groeit lang-

elkaar nader.

de wilg of de vlierboom maar de eik en de

op, en niet

ceder gebruikt eeuwen.

daarom

bhi

onze aanvankelijke onbeduidendheid, noch

niet

ook de lach van den spotter, noch de phiool der bitterheid van den benijder Neen,

het

gaan,

zou

waardoor

School

onze

verderve kon

ten

door onze zonden en door het derven van de

zijn

Gods.

onzes

gunste

ons gedijen en ons opbloeien tegenhouden.

zal

eenige,

we Korbdn

Als

het Vaderland

tegen

gingen roepen en in geestelijke hoovaardij ons boven anderen

we ophielden de talenten en gaven te Gode belieft ook in ongeloovige personen aan ons Vaderland te schenken zoo we verkoelen konden in

gingen

verheffen

als

;

waardeeren, die het

;

onze

liefde en vertragen in

derland

we

zoo

;

vrije

in eigen kring

offerwilligheid voor het

Va-

op mannen van naam insteê

van op den Eeuwige gingen zien; zoo het wierd in eenig hart

„Dit

het

is

Babyion

Gods rechtvaardig

we gebouwd hebben

dat

verdeelde, en de een niet den ander

der ging achten

;

stillen

geest voor

ons

wierd

een ;

God ging bannen op

steunen

en mogelijk de ure nabij

nam

van ons

wat

of

is

Christus

benijder

ziele

voor

bereid

ons

onze en

en de hemelen

dat

zijn,

vallen.

En

rein,

zoo het weer onder

een roemen in

en

mogen sluipen, de Heere Heere zijn adem ziele

de Satan, die het

indien

al

verstoren

eere zoekt, alleen uit het hart van spotter

belagen

kon,

ik

zou geen benepenheid der

toekomst kennen, want de akker onzes volks

het

zaad

is

in

de opgeploegde voren gestrooid

druipen van regen, en straks weer bestraalt ons

de koesterende zon. Maar, helaas, dit zijn heimelijke

is

;

eigen kracht

en alzoo onze stichting ging sterven.

O, Mannen broeders, wil,

maar zichzelven uitnemen-

dan zou vreeze over onze

o,

zoo, naar

zoo geleerdheid den ootmoed, veelwetendheid

den

eigen werk

!";

oordeel, Satan inbrcuke deed, en de broeders

wegen, waardoor

hij

is

niet zoo.

Satan heeft

ons ook van binnen aan kan

daar, daar dreigt het doodelijk gevaar.

Want geen onzer

en het ongeloof, en het gif der valsche wetenschap, en

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen