Onnauwkeurig? Aan "Het vaderland" in zake Mr. W.H. de Beaufort's verweerschrift - pagina 13

9 Crids-Y<idactem met den candidaat van IJselstein.

maar een van

abuis, dat,

Geen onnauwkeurigheid,

mijn aJgeheele onbekendheid

bij

dubbelganger,

niet

ko7ï

reeds genoeg gezegd. Ik

kom

er niet op terug.

zin en de

zijn

zijn

oen

ik

bedoeUng van

onjuiste-

gemeden.

met het bestaan

Doch hierover Dat

2"'.

G^wZs-artikel niet juist

gevat heb.

voorstelhng gaf van het debat in do Tweede

En

over Hooger Onderwijs.

boven

is

ik z.

i.

den

3o-

Dat

Kamer

dat ik over de wederzijdsche verhou-

4".

ding van de Liberale en de Antirevolutionaire partij een voorstelling

De Reeds deze opsomming

ten beste gaf, die Mr.

nauwkeurigheden"

Maar ook

toont, ten eerste,

was.

bijster schraal

men

ziet

B. wraakt.

dat de oogst van „on-

Alles in alles vier in aantal.

terstond, dat voor het vierde punt de

„onnauwkeurigheid" verkeerd

naam ternauwernood

is

dienst

gekozen dat ;

kan doen; en dat

eigenlijk alleen het

derde punt, het debat over Hooger Onderwijs rakend,

van „onnauwkeurigheden" der

zelf,

daarom

en

Dit voelde

valt.

noemde

hij

dit

naam van

voor het tweede die

zelfs

de categorie

in

mijn geachte tegenstan-

dan ook

sterksprekend

.,het

staaltje".

Dit

kon niet anders.

fie

overtuigt of

juist

iemand van ..onnauwkeurigheden",

onvolledig te hebben

hebben vergist

,

geciteerd, zich in

of vaststaande feiten,

al« hij blijkt on-

namen

of cijfers te

waarover geen geschil mogelijk

verkeerd te hebben voorgesteld. Zoo daarentegen over een zaak

is,

ticee

die

voorstellingen mogelijk zijn, is voor de keuze van de voorstelling, u mishaagt, de uitdrukking „onnauwkeuiig" zelve o»«rt?«<-A-e?<7-((/.

dus

Stel

al

Onderwijs zei ééne

.,

,

,

dat

ik bij

hetgeen

den bal missloeg

onnauwkeurigheid"

Maar heb Ik

om

over het debat inzake Hooger

ik

dan ware mij hoogstens nog slechts

bewezen,

toch ongenoegzaam keuren,

waarschuwing

,

en zoudt Gijzelf

alleen op

dit

ééne punt

dieu grond een openlijke

tot het publiek te wettigen.

ik mij

beweer van

op

dit

ih'.on,

punt wel vergist? en ga het

U

aantoonen.

Aantoonen

dat de „ormauwkeurigheid" eer aan de zijde van Mr.

Al aanstonds heriimer ik hierbij, dat ik zelf destijds

De lid

B.

der

zelfs,

is.

Tweede

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen