Locus de Consummatione Saeculi - pagina 166

164

College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).

weer afgeweid worden, doch „het heilige zaad daaruit zal weer het nieuwe volk komen. En 16 „mijne leerlingen" genoemd. dit steunsel, dat heilige zaad wordt cap. 8 Dat kleine deel wordt nu weldra gevindiceerd met eene vaste uitdrukking: Dit tiende deel zal dus

weiden.'''

daarvan

zal het steunsel

zijn" d.

i.

:

Hier toch

is

„de

die kiem, die kern.

knecht des Heeren" nog niet absoluut de Messias, maar In cap.- 53 concentreert zich dit colletief begrip, het geheele

den éénen „ebed Jahveh",

Israël, in

En nadat

in Christus.

in cap. 53 het heele Lsra'^1 geconcentreerd is in dien

dan volgt in

cap. 54 en 55 het

centreerde Israël weer een volk

maar

„ebed Jahveh",

antwoord op de vraag: hoe dat aldus geconwordt? En dat luidt aldus: niet allereerst uit

heidenen zal dat plaats hebben. „Zing vroolijk, gij onvruchtbare, die niet gebaard hebt!" Die onvruchtbare is het volk van Israël in zijne geestelijke beteekenis. De dochter Sions staat daar in den Messias als „eene eenzame." Maar nu zal het nieuwe

de Joden,

54

Cap.

Israïl

int de

1.

:

duizenden millioenen uitbreken tegenover de enkele van het oude.

in

Ib.)

(VS.

Cap.

55

:

Wie worden geroepen

5.

4,

maar „o De „ebed Jahveh" komt

dorstigen!" (vs.

alle gij

tot dien Chiistus ? Niet de

Joden

;

1.)

hier voor als „een getuige, een vorst en gebieder

der volken."

Hoe komt

aan dat volk?

Hij

Is dat Israël?

Neen: „een volk, dat

gij niet

kendet en het volk, dat u niet kende."

En dan vs. 13 Isra-1 was in eigen schatting gelijk aan de denne- en palmboomen en beschouwde de heidenen als doornen en distelen; maar „voor eenen doorn zal een dennoboom opgaan voor eenen distel zal een mirteboom :

;

opgaan." Hiernaast moeten gelegd de profetieën met het opschrift: de last van enz., die ove}- de volken gegeven zijn; b. v. Jesaja 17. De last van Damaskus. Wat vinden we hier? Dit: over Damaskus wordt wel het oordeel verkondigd, -maar ook deze regel van het goddelijke program geldt, dat een kern uit het Syrische volk tot den Heere bekeerd zal worden vs. 6, 7, 8. Cap. 19: de last van Egypte. cf.

VS. 19 s.s.

ook hier een

overblijfsel.

de heidenen gaat dus in

sjyecie

dezelfde

de oplossing van het drama,

komt

Israël niet als iets bijzonders voor,

maatstaf en in het eindbedrijf, neen maar zelfs als de laatste vs. 24. Israël zal de derde wezen met de Egyptenaren en met de Assyriërs; Egypte en Assyrië worden zelfs „mijn volk" Over

bij

genoemd

(vs. 25.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen