Locus de Consummatione Saeculi - pagina 36
College-dictaat van een der studenten
PA College-dictaat van een der studenten (Dog-matiek).
„Het behaagde den Heere hem te verbrijzelen". Maar de Heere zal ook weer het leven wekken, „hij zal de dagen verlengen en het welbehagen des Heeren zal door zijne hand gelukkigiijk voortgaan." Ps. 17 15 staat weer meer de geestelijke idee op den voorgrond. Ook hier is de grondtoon wel ellende door den vijand, maar het is toch niet zoozeer een afgaan op de gerechtigheid. Het aanschouwen van het aangezicht G-ods en de contemplatio nmninis divim, dat is hier de zaligheid, die wordt verwacht. :
Ps. 73).
(Cf.
27. Het lijdenslied van den Messias. In vs. 26 wordt gezegd, hoe na de doorworsteling van dat lijden, Gods lof eeuwig zal verkondigen voor de aangebrachte verlossing. In dat loflied zullen de zachtmoedigen mede instemmen. „Zachtmoedigen" zijn in de Schrift de dienaars van Jehovah, die in gerechtigheid doorgaan en deswege bespot worden door de wereld, en die nu dien smaad en hoon om G-ods wille met stille berusting dragen. hart zal in eemüigheid leven" het benauwde, benepen hart zal van „ UUeder dien druk worden verlost om in ontspanning eeuwiglijk in zaligheid te leven
Ps. 22
:
Hij,
:
bij
God.
De Scheool wordt voorts
in het
Oude Testament voorgesteld,
als
een plaats,
icaar het geluid ophoudt en een diepe stilte heerscht. 17. De Scheool is dus niet het graf, de Ps. 94 maar van den persoon „mijne ziel had bijna in de :
Ps. 115
:
17.
Rondom
de Scheool
is
diepe
stilte,
van het lijk, gewoond." zonder een enkelen toon van verblijfplaats stilte
aan den Heere. Dienovereenkomstig heerscht dan ook in de Scheool niet het vroolyjke licht: 21 „een land der er gaat geen zon op. En daarom heet het in Job 10
lof
:
duisternis
en der schaduw des doods."
3irN N^l wijst ons een nieuwe komt
eigen-
meer uit op. — met droefheid op ze wordt deze gedachte geheel toe licht 7:6 10 Job den voorgrond gesteld. Ten onrechte is uit deze en dergelijke plaatsen afgeleid een negatie van den ondergang der Scheool en dus van de onsterfelijkheid der ziel. Dat staat er volstrekt niet. „Hij zal niet meer wederkeeren tot zijn huis" (vs. 10), d. i. tot de levenden op deze aarde. „Zijne 2)laais zal hem niet meer kennen." Diu* moet hier in zijne letterhjke beteekenis worden genomen
schap van de Scheool
:
ivie er
in neerdaalt,
er niet ;
van „terugkeeren niet
meer het
zijn
14:5—17
tot het punt,
vanwaar men uitgegaan
is"
cf.
vs. 8: hij zal
op deze aarde hebben.
hier ontwikkelt Job deze gedaclite: hoe heerlijk zou het zijn. Heere eens voor een oogenblik een zwaar beproefd lijder in de Scheool opnam om hem dan. van dat lijden V)evrijd. daarna in stilheid weei- naar de
Job
als de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's