GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Maranatha - pagina 12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Maranatha - pagina 12

rede ter inleiding van de deputaten-vergadering gehouden te Utrecht op 12 Mei 1891

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

1

vrögen

u

of

op het Mamnatha wel ooit diep

er

kom Heere

ja,

Jezus! weerklonken heeft.

gesprekken gevoerd, maar

en

uw

uit

een:

ziel

Ik althans, ik heb zes

met Groen van Prinsterer

onvergetelijke jaren veel

gewisseld

'-»

dit

geleefd, brieven

zeg ik u

:

Nooit heeft

Groen van Prinsterer ook maar gedroomd van de mogelijkheid, dat onzer

vier

om

niet

af

mannen

maar om ook

leggen,

te

Raad der Kroon

tegelijk in den

zitten zouden,

aan de deur van het Kabinet hun Antirevolutionaire plunje Kabinet voor de ons heilige be-

in het

Meer dan

ginselen pal te staan en te strijden.

dertig jaren lang

is

er

onder Groen's meesterlijke leiding voor de //School met den Bijbel" en

gestreden,

op dat punt althans

zie

neergehaald, en,

kwam

al

van de steng thans onze

golft

de Coterie -vlag dan toch

is

ónze vlag er nog niet voor in stede, toch

met de leuze

loirnpel,

//Rechtsgelijk-

heid" in top.

Zoo

God de Heere

heeft

loon

er

zijn

Want

voor onzen arbeid.

in

woord aan ons waargemaakt, klaagt

al

men

nu, een klacht

ook ik niet kan onderdrukken, dat de winste van

die

bewind minder

gesloten voor de ongelooflijke moeielijkheden, in het

Kabinet

man aan

de

te

mag

was, dan gehoopt wierd, toch

rijk

worstelen hadden;

mag

het roer beslissen kan, waar

't

dit driejarig

het oog niet

waarmede onze mannen

nooit vergeten, dat alleen

heen moet; begrijpt ook

het optrekken van de muren veel sneller zou toegaan

wat men ook aanmerke, én

,/Regierungsfahig"

en

1866

Kabinet

En

ons is

weet het

naar

wat niets

;

ja,

en

blijft,

toch onze onverliesbare winste, dat

we

én dat elk da capo van 1857

trouw onzer mannen in het

onwankelbare

door de

;

gespaard.

klaagt

overliep

moet

dit

zijn gebleken,

ge,

wel niet in het Kabinet, maar onder de kiezers,

sommiger afval en over meer dan één

over

den

gij

dat in een tweede periode, nu het fundament eenmaal gelegd

wel, is,

i/al

ons

in

vreemds, bij

komen.

boezemvriend,

Wie

den vijand, wat nood?

dien

Reeds die

de dat staat

Schrift

David eens

geprofeteerd

gedurig het

vast,

de

brood

is,

gelederen

dat

klaagde

zijn

die verraad pleegde en

het Maranatha kent, en

zulk

over ai

het en

een

voor

dien

gebroken afval

verraad heimelijk

is

wor-

gedurig

van

zijn

met

hem

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 24 Pagina's

Maranatha - pagina 12

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 24 Pagina's