Locus de Consummatione Saeculi - pagina 343
College-dictaat van een der studenten
11
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
daarna de Staat organisch genomen wordt als uit gezinnen bestaande. Dit toch zijn twee tegenstrijdige Staatsbegrippen. In deze vergissing zit de geheele zaak in. Heeft men met personen te doen. dan kan men weten of iemand Gereformeerd is, maar bij een Societas nata ex familiis gaat dit te loor, immers er is geen enkele waarborg, dat alle leden terwijl
van een gezin Gereformeerd zijn. Hiermede is dit geheele stelsel omvergeworpen. Men vindt bij De Moor in zijn Commentaar op a Marck, Dl. VI, pag. 470, de nadere toelichting, van wat a. Marck over dezen locus zegt in zijn ,,Merch der Christelijke Godgeleerdheid" Tractatus de regimine ecclesiae Art. 32.
Marck zegt daar: „Magistratus
a
Ghrlstlani aliquam generatim esse in res
ecclesiae potestatem.
De nadruk
legt hij op „Christiani"
36 niet van toepassing
Gereformeerde Bij
maar
om
uit te
drukken, dat volgens
hem
Art.
op een magistraat, die geen belijdenis doet van de
is
religie.
Maastricht lezen
we
Dl. III, pag.
698 „aan de burgerlijke overheid, zoo
dezelve geloovig is." 3, Statuunt magistratum non posse, nee debere ab omni religionis et sacrorum cura a Deo demandata est. pag. 470, „nunc ad regimen ecclesiae, cum aliis hominibus
Turretinus, „Institutiones Theologicae," pag. 354 § 2nit))i
ac fidelem
excludi, quae
illi
De Moor, Dl. 6, commune, transimus. Hij noemt hier feitelijk de magistratuur een kerkelijke regeering, de burgerlijke overheid treedt als kerkelijk gouvernement op in de kerk en is kerkelijk instrument. Het regimen ecclesiae in engeren zin is dan voor de geloovigen alleen. De Moor is hier niet alleen de schuldige, maar de schuldige is reeds Calvijn zelf, met allen, die op zijn voetspoor zijn voortgegaan. Sla alle Dogmatieken op en nergens heeft de Locus de Magistratu eene aparte plaats, maar wordt deze zaak behandeld onder het hoofdstuk „de Regimine Ecclesiae". En dan wordt tweeërlei onderscheiden: P. een regimen over de geloovigen, 2**.
een regimen over geloovigen en ongeloovigen.
In de Luthersche dogmatieken wordt eveneens alles op de kerk betrokken
en
is
in de kerk de overheid met de zorg voor de uitwendige belangen belast,
machthebbend naast of buiten de kerk, maar van het regiment uitvoerend.
niet als
Daarom
is
tegenwoord.ig
hei
verkeerd,
nog gelden.
ivamneer
Iemand,
men
zegt: Art.
als in de
kerk een deel
S6 van de Confessie moet
die zoo spreekt, toont, dat het
hem
ten eenen
male ontbreekt aan historische kennis en dat hij geen inzicht heeft in de gansch andere verhouding van kerk en staat, die toen heerschte, eene verhouding, die
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's