Maranatha - pagina 11
rede ter inleiding van de deputaten-vergadering gehouden te Utrecht op 12 Mei 1891
:
11
boom
hooger weet op en
te
jaren
vijftien
tocli,
daar komt ge toe,
onzen
in
ge den
als
strijd
om
ons Groen van Frinsterer
Toen God voor
gaat.
ontnam; en
kortzichtige
zie,
we gekomen
zijn.
f)rincipieele geestesworsteling niet
naar
toen vergeleken, tot wat groei en bloei
bij
'77 de
met ons gedaan was, en nu,
lieden ook dat het
Neen, ge vioogl zulk een
in
kwam; waanden
stenibns tegensloeg; en 1878 de Scherpe resolutie
deze
niet
l)lik
geen rekenscha]) geeft van het hoog
herten, en u
waar het
heilig doel,
iiu
En
wegsnoeit.
den toevalligen stand der pijlschaal in één bepaald tijdsgewricht be-
Dat wilden de Joden
oordeelen.
in Jeruzalem
vraag
geleerd. Zulk een
breidt zich uit over tientallen van jaren en eeuwen, en
worsteling
de
ook doen, maar de
hun wel anders
profeten van Jehovah hebben het
maar, of in die breedte der jaren de invloed van den
is
Naam des Heeren krimpt of wint. En wie durft dan zeggen, dat er in
ons vaderland niet bijna wonderen
geschied? Beluister Bilderdijk en snijde ook u door de
zijn
rauwe
zielsklacht van dezen
eenzamen worstelaar,
Costa
in
oj)
moeite
Denk u Groen van
het
Hoor Da
toon jammeren over een volk welks ooren
weemoedigen
Prinsterer toen heel het legerke
de vlucht sloeg, en alleen de veldheer stand hield.
wat
de
die zich telkens
onder de instortende gewelven van Asdod beijraven wil.
zijn toegestopt.
ziel
gekost
heeft,
om de eerste Da Costa's
onze residentie te openen, en hoe
Herinner u
Christelijke school in
Seminarie
te niet ging.
In de pers twee kleine blaadjes, nog geen twee handpalmen groot. In de gemeenteraden niemand; niemand in de Provinciale Staten; en in
de
Tweede Kamer
ja
een drietal eenlingen, maar in de Eerste
geen antirevolutionaire partij bekend.
Hier in ditzelfde gebouw heb
ik,
Om
nog
in
er dit
nog
dering gepraesideerd, in het kleinste zaaltje dat dit
met
zestien,
zegge zestien
man om
tegenstelling van het heden niet;
maar
als
mij heen.
want
te
bij te
voegen
1871, een Deputatenverga-
En
roemen
gebouw aanbood, nu, ik teeken u de
is
ons niet oirbaar;
ge met zulk een pijnlijk verleden den rijken wasdom van
het heden vergelijkt, en u dan nog niet tot dank uitgedreven en met
moed
en hope voor de toekomst bezield gevoelt, dan zou ik toch bijna vragen,
wat ge onder
dit corps
van bezielde mannen hier doen kwaamt;
ja,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 24 Pagina's