Locus de Consummatione Saeculi - pagina 731

399 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). Timoth. 2

1

f.

Wat

VS.

2.

zeggen deze woorden

?

De Apostel gebiedt hier iets, niet aan de Iconingen, maar aan de geloovigen. En wat? Dat ze bidden zullen; dat er een gedurig gebed voor de Overheden der icercJd tot God den Heere zal opgaan. Omtrent den inhoud van het gebed wordt hier niets meegedeeld, doch die kan geen andere zijn dan dat God aan de Overheden in haar officie beleid, overleg, een besef van recht en van het heil des volks schenke, opdat er vrede wone in den lande. De uitkomst daarvan voor de Christenen is, dat ze een <jerusl en stil leven leiden in alle godza:

ligheid

en

eerbaarheid,

hetgeen

in

den

Apostolischen

tijd

bedoelde, dat de

vervolgingen zouden ophouden. Tot dusverre toch leefde de kerk onder vervol-

gingen van de zijde der Overheid of van de zijde van het plebs. De Overheid

van Christus tegen de ruwheden van het plebs te is geroepen de kerk beschermen. De Christenen moeten die met geduld dragen, maar God bidden, dat Hij het hart der Overheid zoo richte, dat zij het onrecht ga inzien en de kerk tegen den overlast van den gemeenen hoop bescherme, opdat deze een gerust en stil leven moge leiden in alle godzaligheid en eerbaarheid. Er zijn nog andere plaatsen, waarop men zich heeft beroepen, doch deze zijn nog veel zwakker. Uit hetgeen we thans nagingen, kunnen we concludeeren, dat alles een erbarmelijke armoede aan bewijsgronden verraadt, daar men, uit Gods Woord een zoo gewichtig vraagstuk als dit is willende oplossen, geen enkele plaats daarvoor aanvoert, die bij nader inzien steek houdt. Dit heeft men zelf gevoeld en daarom heeft men de toevlucht genomen tot nevenberoepen op B. de tituli, die in de Heilige Schrift aan de Overheden worden toegekend,

nu

b.

V. tot a.

Jes.

49

vs.

28.

En koningen zullen mve voedsterheeren zijn, hunne vorstinnen mve zoogvrouwen: zij zullen zich voor u buigen met het aangezicJit ter aarde en zi/j ziülen het stof uwer voeten lekken, enz. De woorden voedsterheeren en zoogvromcen heeft men uit zijn verband gerukt, en daarmee de theorie verdedigd, dat aan de Overheid als zoodanig een lus circa sacra toekomt. Ten opzichte van de kerk heeft men de beschouwing geldig zoeken te maken, dat de kerk het zoogkindje was en de Overheid voedsterheer. Doch wat de Overheid als voedsterheer doen moest, wisten ze niet Het is zoo dan ook een zeer twijfelachtige uitdrukking. Wat hier gezegd wordt, heeft evenwel met de zaak, die we hier bespreken niets te maken. Er is hier geen sjirake van de kerk, het onderwerp is niet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen