GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor een distel een mirt - pagina 22

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor een distel een mirt - pagina 22

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET WOOKD ALLEEN NIET GENOEG. de hoogte" en God de Vader der lichlen''\ God is een licht, en er is gansch geen duisternis in Hem. Dat prediken ons dan ook de teekenen des hemels. Komt er geen licht van boven geen licht van de zon of geen schijnsel van de maan, of geen tinteling van de sterren dan ligt niets dan donkerheid over onze landouwen uitgespreid en drukt de duisternis ons neer. Zoo is het in de zichtbre schepping om ons heen en evenzoo is het in de wereld der menschenkinderen en in de geestelijke wereld van ons hart. Onze gang op ons pad door dit leven blijft een tasten in nevelen en schaduwen tot de zegen Gods eij de gunste Gods van boven ons pad opklaart. En ook in uw ziel blijft het nacht stikdonkere nacht tot ook u met al het volk dat in duisternis zat, het licht in den Immanuƫl is opgegaan. uit

,i

,

,

,

,

,

,

En

toch

is

donkere paden

Een

er

nog een ander

zijn schijnsel

licht, dat

licht,

dat soms op onze

werpt.

ook wel van Boven komt, maar niet

onmiddellijk.

Het licht der zon en het schijnsel van de maan en de fonkeling der starren zendt God ons rechtstreeks van boven. Daar brengen wij menschen niets aan toe. Dat licht straalt even helder in de woestijnen waar geen mensch woont, als in de landen, die van menschen deunen. Dat licht is over de aarde even rechtstreeks als het licht van den Heiligen Geest rechtgespreid streeks de binnenwereld van uw hart verlicht. Dat er geen mensch zich in mengt. Dat God geen mensch gebruikt, om het te ontsteken. Dat het er is en schit,

,

,

tert, geheel buiten

den mensch om.

rechtstreeks afstralend licht gaf God ons ook nog het kunstlicht. Hij besloot dat licht voor ons in den steen, dat de vonk er wel kan afspringen ; maar niet tenzij de mensch kome, en met staal of ijzer op dien steen sla.

Maar buiten dat

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 300 Pagina's

Voor een distel een mirt - pagina 22

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 300 Pagina's