E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 360
Derde deel
;
ZOND.
362
XXXII. HOOFDSTUK V,
uw God
v'en jubelt in de genade, dat ge
kunt liefhebben, en dat ge
Hem
liefhebben moogt.
Nu kan
deze liefde voor
en de heerlijkheid van
schoonheid
Eeuwige Wezen u
God
dien -
uw
kan
uw God
u
toestraalt, óf wel
toegekomen. Hij
zijn
zich
aan tweeërlei hechten, óf aan de
zijn
Eeuwig Wezen, met wat
aan de
<
van
heerlijke gaven, die
de Fontein aller goeden, en daarom
is
oog óf in verrukking geboeid worden door die Fontein zelve, óf
door de frissshe heerlijke droppelen, die
nu het
het
Is
rijke,
uit dat
eerste,
dan neemt
Fontein u toekomen.
uit die
den vorm aan van bewon-
die liefde
derende aanbidding, richt ze zich daarentegen op wat uit die Springader u toevloeide, dan hult ze zich in het kleed der dankbaarheid.
VIJFDE HOOFDSTUK. uws naams doen gede nken van
Ik zal
tot "geslacht
:
daarom zullen
U
elk geslacht
de volken loven
eeuwiglijk en altoos.
Psalm
Opmerking verdient
waar
het, dat
45: 18.
in de Heilige Schrift, zoo al niet de
naam, dan toch de zaak der Dankbaarheid ons op het hart wordt gebonden,
drang zoo hoogst zelden strekt
die
werk voor
eenig
meer wordt en
Hem
er de
of
te verrichten,
om
Hem
nadruk op gelegd, dat ge
onvergelijkelijk
veelvuldiger
iets
voor den Heere
voor den Heere
doen,
Veel
brengen.
iets toe te
iets
te
si;'»
zult
nog, dat ge den Heere zult loven, eeren,
<.
prijzen
en
zijn
naam grootmaken.
vrucht in zedelijke begrippen
Hier begrijpen de lieden wier gods-
opgaat,
niets
van,
en
evenmin kan de
Methodist het verstaan, hoe er nu waarlijk aan dat loven en ^axikzeggen zulk een waardij door onzen God zou worden gehecht. niet
te
weerspreken,
En
toch
is
het
feit
dat metterdaad de Heilige Schrift op dat loven en
verheerlijken en dankse^fgrew veel sterker aandringt, dan op het doew voor
den Heere van
CXVI
is
iets,
dat
psalmist,
gelofte zal ik betalen;"
doen,
al zijne
zijn.
De toon van Psalm
„Wat
den
„Ik zal den beker der verlossinge
des Heeren aanroepen!''
maar
zal ik
weldadigheden aan mij bewezen?" vraagt
en het antwoord luidt:
opnemen en den naam te
welbehagelijk zou
ook hier grondtoon van heel de Openbaring.
Heere vergelden voor de
Hem
dit ziet
dat er uitdrukkeUik bijstaat:
En dan
zoo weinig op
volgt er wel: „Mijn
iets
voor den Heere
„Hier in de tegenwoordigheid van
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's