GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 532

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 532

Derde deel

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

ö3i

ZOND.

XXXIVÖ. HOOFDSTUK

voor mijn aangezicht hobben", sprak in majesteit

maar toch

eischt;

heid,

tig

Heeren Heeren,

des

die

ook,

door

juist

dit

V.

gebod zeer gewisselijk ook

die een iegelijk onzer

de-

voor zijn dienst op-

en steUig niet minder, de Goddelijke barmhardit

gebod ons van den zielenmoorder wilde

af-

houden.

Ook van het

Gebed geldt

eerste

zijn liefde trekt"

en

zijn liefde

het, dat de

voor

uw

Wet

des Heeren „ons tot

zielsoog schitteren doet.

VIJFDE HOOFDSTUK. Weet, dat de Heere God

is

;

Hij heeft ons

gemaakt

(en niet wij) zijn volk en de schapen zijner weide.

Psalm 100:

Ge doet dus wel, met, zoo ver van

Afrika

<

van afgoderij sprake

is,

woord het

niet te

eerst

aan

of Azië denkt, leeft nog te veel buiten zijn eigen hart, en door-

nog

ziet

dikwijls er

huis te gaan. Wie, op het hooren van dat

3.

o,

zoo weinig het eigenlijke drijven van de geesten

om

zich heen.

Immers, wie dieper werd ingeleid, heeft ontdekt, dat de kiem, het zaad voor is

op den bodem van

elke afgoderij

hij

Christen gedoopt, als Christenkind groot geworden, en als belijder

des Heeren tot zijn lei

afgoderij

allerlei

Avondmaal

toegetreden,

hij

zelf levenslang

aan

aller-

heeft schuldig gestaan; aan allerlei afgodische neiging van

zijn hart heeft

toegegeven; en meêgeloopen heeft in het bewierooken van

goden, die

niet

de eenige en waarachtige God

kige denkt als er van „vallen voor de AVet" sprake /.

en dat, al

zijn eigen hart schuilt,

meest aan het 4e en

5e, het 6e, 7e

zijn.

is,

De oppervlak-

allereerst en aller-

en 8e gebod, en kan nauwelijks inzien,

hem schuldig zouden stellen. Voor afgoderij, hem eenvoudig de gelegenheid. Voor zonde van aan elke verzoeking. En waar hij in een museum

hoe ook het Ie en 2e gebod zoo

waant

afgoderij

hij,

ontbrak

ontbrak het

van oudheden

of

in

Amsterdams diergaarde een afgodsbeeld

zoo weinig door den lust bekropen, dat

hij

zich

zelfs

wereld iemand

wierook lost

is

om

geweld aan moest doen,

toch

te ontsteken.

om er in te komen, hoe ter om voor zulk een afgod den

dwaas kon Maar wie van deze plage der oppervlakkigheid

zoo

zijn,

ver-

en in het wezen, óók van het eerste Gebod, doordrong, die weet

het wel anders, en die zal waarlijk nooit zeggen telijken

zag, is hij

voor dat afgodsbeeld neer te knielen,,

zin

:

„Nu,

ja, in

overdrach-

en beeldspreukig begaan ook wij wel eens afgoderij, als

w

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 532

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's