E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 113
Derde deel
ZOND. XXVIII. HOOFDSTUK VI.
van nature.
115
Doch' hierop wijst
de Heere ons in zijn Avondmaal Avondmaal dat brood en dien wijn gelijk ze daar op den disch staan, en hij neemt ze naar het gebruik, dat aan dien disch voor brood en wijn in zwang was. Immers dat breken van het brood was niet iets opzettelijks, wat Jezus nu voor het eerst of wat Jezus alleen reeds
Neen,
7iiet.
neemt
hij
bij
het
Elk huisvader brak aan den Paaschdisch de Mazzuth, die
deed.
nog onder den
naam van Joodsch Paaschbrood
in onze groote steden zien
kan. Deze groote, platte, ronde, ongezuurde broeden,
om
legd
ze
en voor één persoon was zulk een brood
maar aan
wierd de wijn niet toen pas door Jezus,
goten, doordien uit één beker, die rondging, allen
beker tot
vijf
er op aange-
van den wijn indruk, en het
opneemt en eenvoud
te groot.
eiken
Paaschdisch
ver-
saam dronken, en deze
daarbij spreekt
stilte,
maakte ook door het ruischen
hierop dat Jezus doelt, als
is
van
den beker
tvij
vermoeden,
die
leven aan geen breken van het brood, noch aan dat
dagelijksch
van den wijn gewoon
plechtig uitgieten
hij
„zijn vergoten bloed." Heilige, goddelijke
dus in deze instelling, nog veel meer dan
is
men
En zoo ook
maal gevuld wierd. Dit herhaaldelijk vullen van den éénen
groeten beker, te midden der plechtige
het
waren
gebroken, en in stukken rondgedeeld te worden. Snijden kon
niet,
in
men nu
zijn.
Maar voor de
discipelen, die
gedurig het brood braken, en aan die plechtige gieting van den wijn ge-
woon waren, was er in het heilig Avondmaal letterlijk niets bijzonders. gewoon toe. Alleen maar, toen het nu aan het breken toekwam, lei Jezus op eenmaal in dat gewone broodbreken een peilloos Alles ging geheel
evenzoo in dat gieten van den wijn in den beker Nu toch wierp hij op dat brood de schaduw van
en
beteekenis,
diepe
een nameloos diepen zijn eigen lichaam,
en
als
wijn
het
op dat breken van het brood de schaduw van zijn kruis,
wordt uitgegoten doet
wijn
de
zin.
hij
ons in dat uitgieten van den
ruischen hooren van zyn bloed dat vergoten wordt voor veler
zonden.
En
hierbij
komt dan nu nog
dezen wijn ronddeelt, aan zullen eten en drinken.
ken
wijn,
waarop
zijn
Het
is
gelet moet,
in de derde plaats, dat Jezus dit brood
dus ook een gegeten brood en een gedron-
want
eerst in dat eten en drinken
de heilige symboliek voleind. Eten toch of drinken
bestanddeel dat het
in
is:
in
wordt
een ons eerst vreemd
ons opnemen, en nu de goddelijko bewerking ondergaan,
met en door goddelijken zegen
in
ons eigen vleesch en bloed wordt
omgezet. „Die mijn vleesch eet en mijn bloed drinkt, die ik
en
jongeren geeft en hun gebiedt, dat ze die
hem." Hier
meenschap, waarin
blijft
in mij en
dus een heilige teekening van de allehnnigste ge-
is
werking óns met dien Christus en den Christus met ons brengt; mits, en dit worde nooit uit het oog verloren goddelijke
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's