E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 438

440

Wie

Doopspractijk.

hem

"^dingen voor

wordt

dit is,

te

Waar dan nog

komt, dat de roepstem

bij

wedergeborene wel nimmer

ook

tot

God

te

hem moet

te verzetten of los

Elk

om

om

dus aflaten,

heilig recht

moet

want

zijn majesteit;

elk

zich niet bekeeren

zijn ongeloof,

redeneering,

het

is

schendt

volharden,

zonde en dood. God kan noch

weer het: „Bekeer u!" aan den zondaar toe

altoos

dat

mag

dit

weekhartigheid,

moet nagelaten, omdat het toch

en

groote

gebod" maakt,

Eegel moet het daarom

is niets

niet

dan een

de liefde tot den naaste tot „het eerste en

die

rusteloos en tot allen uitga

een

zondaar zich

bekeert,

helpt en wijl het de schuld verzwaart, liefdeloos zou zijn,

stelt.

den niet

en de dienst des Woords moet die bazuin gedurig laten uitgaan.

te roepen,

valsche

bij

verantwoordelijkheid en schuld voor

zijn

Naar Gods

en moedwilliglijk volharden, in

De

bekeering

zondaar die zich niet op staanden voet

Gods recht en hoont

mag

tot

bekeering kan leiden, maar niettemin toch

tot

gaan,

uit

doen uitkomen.

<bekeeren.

^

geestelijk pretentieus; wil indringen in

wonderbaar; en poogt de palen

wrikken, die God gezet heeft.

te

.

HOOFDSTUK VIL

ZOND. XXXIII.

en

de liefde voor God den Heere achteraan

zijn

en blijven, dat de roepstem tot bekeering

maar

;

dat ze in de vergadering der geloovigen

intiemer karakter aanneme, omdat

en de

heilige

roepen

en gesproken als mocht

Doop het bad

is

men

hier tot gedoopten spreekt,

der wedergeboorte, zoodat hier moet ge-

de wedergeboorte

reeds

worden on-

dersteld.

Vraagt toegaat, (^

men

van bekeering

voorts, hoe deze daad

men

dan wachte

;

twee kwaden,

de eene maal een

man

ze echt zal

zijn,

geestelijke

reiskaart

of vrouw, die u zeggen, dat

geheel de

gen

weg moet

Van zalig zijn

bij

de bekeering, zoo

zijn afgelegd, dien ze

voorteekenen; en

u als op een

de andere maal ontmoet ge een al

deze bevindingen en ervarin-

maar op aankomt of ge een oogenblik hebt gehad, waarin ge

kwaamt, leen

zulk

innerlyke gewaarwordingen op pure inbeelding berusten, en dat

en

het er

al

onder ons voorkomen. Ge vindt toch

die beide

broeder of zuster die u diets maken, dat

^

den wedergeborene

werkt model; maar wachte zich evenzeer voor de bespotting van een model

'

in

zich hierbij voor het opzetten van een uitge-

om

te

zeggen;

dit laatste

het

nu

is

Nu

geloof

er toe

ik.

dit aan, dat

de stokbewaarder te Philippi, die

zeggen kreeg: „Geloof in den Heere Jezus Christus en

gij

al-

zult

worden," hieraan gevolg gaf en geloofde, en zalig werd met heel huis;

eenvoudige

maar dat van den anderen kant achter deze

schijnbaar zoo

toedracht toch een geheel zielkundig proces lag, dat,

bij

den

geestelijken microscoop bezien, u een geheele ontwikkeling van toestanden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen