E voto Dordraceno - pagina 476
ZONDAG
464
HOOFDSTUK
XVI.
eigenlijk alles vergeeft en kwijtscheldt
wel bezien, geen eisch, dat aan bestaat;
God
en dat
Wat
heeft laten treden.
bange
God de
niet
leert,
schuld nooit gehouden heeft,
geringe gedachte van zijn
te
tafereel
Ritschl, thans in
onzent, de meest gevierde theoloog,
dat
zonder rantsoen; dat er bij God, voldaan moet worden,
zijn gerechtigheid
enkel opdat wij
heiligheid zouden hebben, het
VII.
van Golgotha tusschenbeide
Duitschland, en straks ook ten
dat het geloof is
in
is
te
gelooven,
den grond niets anders
dan wat de Remonstranten reeds in Episcopius' dagen bazelden. Hiermee nu ligt natuurlijk heel het werk des heils omver. En daarom hielden de Gereformeerden er steeds zoo gestreng aan vast, dat Christus wel terdege en in volle waarheid het eigenlijke, volle rantsoen betaald heeft; dat er in den beker zijns lijdens geen druppel minder was, dan het lijden dat uitgedronken moest worden; dat alzoo door zijn lijden en sterven wel waarlijk volkomenlijk aan de gerechtigheid Gods voldaan was; en dat dientengevolge de gerechtigheid Gods niets hoegenaamd meer van de verlosten had te vorderen. Er bestaat geen schuld meer.
En zoo spant
dan natuurlijk de zenuw van heel het verlossings-
zich
werk en kan de vrucht niet uitblijven.
Een afdoening van schuld heeft vanzelf vrucht en kan niet zonder uitwerksel zijn; want het vanzelf komend en noodzakelijk volgend uitwerksel
dat de schuld ophield, dat dus de schuldenaar geen schulde-
is,
naar meer
is,
dat derhalve de beschaamde van straks nu een vrijgemaakte
en jubelende wordt, en dat de rechtvaardigmaking die plaats greep door niets
meer
is
te stuiten.
Men mag dus
onze Gereformeerde kringen wel scherp toezien, of van de Gereformeerde belijdenis wel overal zonder
in
de rechte, zuivere
lijn
bochten of krommingen, met vaste hand wordt doorgetrokken, en of er geen half RemiOnstrantsche afwijkingen zijn.
Het moet die in die
en
al
één heilige stuwkracht wezen, die van
Christus'
lijden
en sterven
haar volle
Gods Raad
van daar uitgaande dan nu ook onwederstandelijk vrucht in
uitgaat,
mogendheid openbaart, en teelt
voor
de verkorenen.
Alleen zoo wordt de vnymacht der verkiezing in de a/macht der genade verheerlijkt.
Doch ditzelfde gaat dan nu ook door van de heiligmaking. Van heiligmaking sprekende moet ge altoos twee dingen wel onderscheiden,
t.
w.
wegingen uwer
uw
heiligheid
ziele.
voor de Wet, en
uw
heiligheid
in
de be-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's