GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 620

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 620

Derde deel

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

37 622

zwak op.

XXXVI. HOOFDSTUK

ZPND.

Ten onzent

overblijfsel.

andere

In

landen

men

laat

poging

in,

om

riep er oudtijds de

hierbij

doe.

hij

ook kieze, altoos spreekt er de

kerk

den

over

gedachteloosheid

eed

zou

Doch daar

Men

zijn uitgesloten.

Men

men

te

ma-

het vroeger niet

liet niet

zelden den eed

aan den eed zekere onder-

liet

voorafgaan, opdat

wakker

ziel,

liet

en

bij te hulpe,

door een kerkelijk persoon afnemen. richting

de vingers van de rechterhand

den geheelen mensch, naar lichaam en

ken, opdat hu wel wete wat

Men

men

het lichaam op andere wijze in de acte

Maar welken vorm men

-<^deelen.

bij.

steekt

YI.

het

afleggen van den eed in

liet

den eed afleggen met de

V'hand op het kruis of op het Evangelie, ook wel op reliquieën. En bovenal men ging van Overheidswege bij het afnemen van den eed zóó te werk, dat de Overheidspersonen toonden zelven van de heiligheid van den

doordrongen te zijn. In andere landen is hier onzent

is

denken

nog

eed

van over. Maar ten

veel

de eed zoo nuchter, schraal en sober gemaakt, als zich slechts

laat.

Zeer dikwijls gaat alles puur machinaal

personen staan niet eens altoos op. Er

afnemen. Er

er die al

zijn

zijn er die

toe.

ook

De Overheids

zittende

den eed

wat op den eed betrekking heeft uitspreken

op een toon van dorre onverschilligheid. Het

is

hun een vorm, waaraan

Soms verstaat de persoon die den eed moet afleggen, ternauwernood wat hem gezegd wordt. Alle plechtig en gewijd karakter ontbreekt. En er geschiedt letterlijk niets, om hem die den eed zal afleggen, uit zijn alledaagsche stemming over te brengen in de tegenwoordigheid des Heeren. En dan ten slotte beet het: Steek nu de voorste ze

hechten.

niet

vingers van de rechterhand op, en zeg mij na:„Alzoo waarlijk helpe mij

God Almachtig!" En dan gaat de hand even naar boven, klakkeloos weg worden de woorden uitgesproken, die voor menschen, die loch gedurig vloeken, en elk uur den naam van God Almachtig op de lippen nemen, *

niets

vreemd hebben. En

Overheid

die

zoo

ja

zweren

dan

is

de eed vormelijk afgeloopen, maar de de eere Gods, tast de eere van haar

laat, tast

eigen waardigheid aan, en demoraliseert haar onderdanen.

Helaas,

Een kerk practijk

mag

niet ontkend, dat

ook de kerk hieraan mede schuldig

van den eed

zijn ingewijd,

kunnen geroepen worden,

zou het aanbeveling ver-

om

nooit tot een

over te gaan, zonder vooraf met den Dienaar des Woords nogmaals

over den eed te hebben gesproken, opdat heldere

de

de

en op een mogelijken eed, waartoe ze

zijn voorbereid. Zelfs

dienen, dat de kerk haar leden de gewoonte inprentte,

eed

staat.

die haar plicht verstaat, zal zorg dragen, dat haar leden in

bewustheid.

Maar wat

meeste catechisatiën

leert

men

handelen mocht met klare,

nu de practijk?

Dit, helaas,

dat op

nooit omstandig en onderwijzend over den eed

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's

E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 620

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's