In de schaduwe des doods - pagina 119
meditatien voor de krankenkamer en bij het sterfbed
111 het Godsrijk hebben gebouwd dan door hun Wij kunnen dat zoo niet narekenen, maar de geestelijke kracht van een God verheerlijkend ziekbed reikt zoo eindeloos ver. Het is een vonk die aansteekt en aan welks aansteeksel weer wordt aangestoken; van geslachte op geslachte. Zoo zinkt de zaadkorrel in den bodem weg, maar altijd nieuwe korrelen rijpen aan den
meer
nog
geleerde
innerlijk
geschriften.
top der halmen
En
of
Geen
!
dan God geen onrecht doet
?
te leggen op zijn liefste kinderen ? Denk aan Golgotha! „Ons aller ongerechtigheden op Hem doen aanloopen! Door zijn striemen óns genezing." En reeds woudt ge uw vraag terugnemen, niet waar ? Maar neen, doe dat niet. Heb iets van Jobs moed en zeg met hem tot uw Trooster: „Gods zaak behoeft niet vergoelijkt te worden! !" Ik zal spreken voor den Almachtige en tot Hem zal mijn rede zijn Want waarlijk er is wel een oplossing. En hiermee kom ik op het Psalmwoord, dat boven deze overdenking staat. Neen, God de Heere doet geen onrecht, als Hij het leed op zijn liefste kinderen legt, „want," zegt de Geest door David: „Gij verandert in krankheid hun gansche leger!" Een God, die zulk een verborgen vermogen bezit, die mag er o. vrij zijn liefste kinderen aan wagen. Want „zijn gansche leger veranderen," wat is dit mysterie?
onrecht,
door
Mara
Is het niet
het
leed
juist
?
aêmechtig van de pelgrimsreize, in de woestijn aan een wel komt, maar de wateren niet kan drinken want zie, die wateren waren bitter. En toen riep Israëls herder tot den Heere, en de Heere wees hem iets. Dat wierp hij er in. En zie, toen werd het bittere water zoet. En toen ging het voort op de pelgrimsreize, en ze vonden twaalf waterfonteinen en zeventig palmboomen, en zij legerden zich aan die wateren. Want dat, dat ja, is het heilig mysterie van Gods liefste kinderen, als ze de woestijn der krankheden doortrekken: God verandert het Israël
dat,
;
hun alles. Soms niet. Dan
gaat Hij weg, en laat ze alleen. Hetzij dan omdat hadden liefgehad, hetzij dan omdat hun liefde beproefd moest En dan is het ontzettend. Dan brult het uit de kolken der ziel in hun binnenste op. Dan mort het met donkere wolk, en nu en dan slechts een bliksemglans van geloof, die er doorheen ze
Hem
niet
!
schiet.
Maar
dat
dan gebeurt misschien
niet zoo. De Heere komt na kort of lang terug, en een wonder. Want dan blijft alles zooals het was; dat de ziekte nog erger, de benauwdheden nog banger
blijft
er
zelfs
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's