Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 227
Deel een. Inleidend deel
, ,
Afd.
Hfst.
2.
§ 80.
III.
WERENFELS.
219
kweekschool, waar het meer op vorming van het hart, dan op verheldering van het bewustzijn werd aangelegd.
Toch zou men
zich vergissen
,
men daarom aan Werenfels
zoo
een
dieper theologisch besel wilde ontzeggen. Althans in een ander opstel,
over de vraag
„ Utrum habitus Theologiae
:
,
qui debet esse in Ministro
Ecclesiae, an qui debet esse in Doctore Academico plura requirat" ,
(Ibidem Vol.
„Non
video,
igitur
Scholastico
quam
sq.)
spreekt
quare
major
258
p.
II.
geheel anderen geest aldus:
hij in
a Ministro Ecclesiae,
quum
a Doctore
eruditio
requiratur
.... nihil
sit
tam
difficile
quod Ministro non aeque utile sit atque Doctori Academico (p. 260). Nu worden ze dus op eens weer allen professors. En wel professoren, die bovendien nog moeten uitblinken in wat
in
Theologia, "
aan het ambt van den Dienaar des Woords is.
Zelfs verkrijgt
men den
vroomheid allengs velen had, en dat si
quid in studiis negligimus
minus
apti
engeren zin eigen
indruk, dat zijn dringen op practische
van hun studiën geleid
tot verwaarloozing
het deswege noodig keurde
hij
in
,
„hoc inculcandum
nostram culpam
esse,
si
sumus ad curam animarum, ad salutem auditorum ad ,
riam Dei regnumque eius propagandum Werenfels komt er
Theologie alleen
als
et
promovendum"
goed theoloog dan ook tegen op
een habitus practicus zou
zijn.
.
..,
suo tempore
Wel kan
glo-
(p. 261). ,
dat de
hij
nog
veel minder toegeven, dat ze als habitus mere theoreticus zou zijn op te vatten maar toch hij erkent de waarde van de theorie ,
,
en geeft toe,
dat
zonder
haar
goede praxis denkbaar
geen
„Praxis theoriam necessarie requirit, alioquin caeca praxis esset
is.
..
.
Deum nisi rite cognoscamus, illum colere non possumus" (p. 253). De Schrift zelve eischt dit, daar ze wil „ut homines non tantum vita
a
se
praecipua,
secernantur, sed etiam doctrina, unde nota Antichristi
non
in
vita
modo, sed
vel
praecipua in doctrina".
Bovendien „ Deus nobis non tantum dedit voluntatem ad faciendum quod nos facere iubet, sed etiam intellectum, sine dubio ad se
cognoscendum praxis.
ficemus. in
Zelfs
„In hoc enim
lam
intellectu
theorie.
".
si
Deum
nostro."
„Bona
ligt
z.
consistit rite
i.
deze kennisse
reeds in
omnis praxis ut
cognoscimus
Ook omgekeerd
,
Deum
Gods een actu glori-
hoc ipso eum glorificamus is
de
praxis
zelve
eene
est praxis, quia nihil aliud est, nisi vera testificatio
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's