Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 482
Deel een. Inleidend deel
Afd.
474 wat
blijkt uit hij
op
zelf
hij
Hfst.
2.
§ 141. REISCHLE.
III.
IX
blz.
de wijzigingen en bijvoegingen, door
uitkomen
Als reden toch waarom
schrijft.
hem
aangebracht, niet in
met recht op
„ Der Student had nicht das Interesse zu erfahren, was von Hagenbach
de
zelve
editie
liet
und was
geschrieben,
je
om
des Buchs verschaffen." Zucht te
houden
is
Veeleer geeft
wezig.
intusschen hij
in zijn
bij
meest
het
in
sich freilich frühere
ist;
Ausgaben
de aangebrachte wijzigingen verReischle in het minst niet aan-
voorrede gedetailleerd aan, onder
welke categorieën deze wijzigingen de
:
von den Herausgebern hinzu gefügt
wer das zu wissen begehrt, kann borgen
er
wijst hij
,
brengen
te
zijn,
en in welke §§
oog springende wijzigingen van elke categorie
voorkomen. Voor zoover nu deze wijzigingen ten doel hadden de ,
geschiedkundige overzichten tot op den tegenwoordigen te zetten, bieden ze
overzichten zelve in de Historie der Theologie hier
thuishooren. Wijzigingen,
te verduidelijken
hebben daarom
,
die
om
dragen geen eigen karakter.
En
den
zin
encyclopaedisch
alleen die wijzigingen beteekenis, die Reischle zelf ,
,,
gekommen oder durch
die neuere
nicht zur vollen Klarheit
Entwickelung der Theologie über-
De
sein schienen " (p. X).
welchen mir die Theolo-
in
Anschauungen des Verfassers noch
holt zu
voort
en niet natura sua
,
strekken
slechts
omschrijft als aangebracht in plaatsen gische
tijd
geen encyclopaedisch belang, daar immers deze
sterkste wijziging, die hij aan-
bracht, bestaat hierin, dat Reischle de Patristiek niet meer, gelijk
Hagenbach,
als
onderdeel van de Dogmengeschiedenis opvat, maar
een zelfstandig vak, dat de Christelijke
inhoud heeft, en alzoo „das
litterarische
,,
als
Litterargeschichte " tot
Arbeiten der h ierbei mit-
Rahmen ihres Lebens und Gesammtwirkens Werke der christlichen Litteratur gruppirt, und
wirkenden Manner im characterisirt
den
mit
,
die
kritischen
Fragen
und Forschungen
hervorgerufen haben, bekannt macht"
kent
hij
welche
dieselbe
294). Bij de Symboliek
aan de controvers-zijde dezer wetenschap het zelfstandige
karakter
mede,
(p.
,
de
van Polemiek toe
(p.
297), terwijl hij
polemiek en ireniek „nur
als
in
verband
hier-
eigenthümliche Seiten an
der Dogmatischen Wissenschaft" gelden laat wijzigingen echter verraden
,
(p.
406).
Reeds deze
genoegzaam de zelfstandigheid van
oordeel, en de scherpte van zijn blik,
om het niet te betreuren
,
zijn
dat
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's