Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 241
Deel een. Inleidend deel
Afd.
doel
wetenschappelijk
§ 83. CLARISSË.
III.
gericht
Daarvoor
zijn.
233
eischt hij philolo-
philosophische studie, welke laatste
en
historische
gische,
Hfst.
2.
hij
in
Cartesiaanschen geest opvat. Hij onderscheidt een adultera en een
wegwerpt, zoo hoog
recta philosophia, en zoo verre hij de eerste
de
stelt hij
„Recta philosophia
laatste.
quorum
ex penu sua depromat,
,
supposita revelatione, multa
auxilio claros et distinctos con-
ceptus de revelatis formare discimus"
661). Hiertoe echter acht
(p.
de oude philosophie ongeschikt. „Meliori itaque incumbendus
hij
qua,
est,
opeenvolging der studiën staat niettemin ook
H. Schrift bovenaan.
versatur in lectione
moet
.
,,
Cardo omnis
voor haar uiteenzetting genomen. Hij tiek
komt de
Inde studie
(p.
studii huius Theologici
Sacrae Scripturae"
.
bij
(p. 663).
Uit die Schrift
de inhoud der waarheid, maar ook de methode
alleen
niet
.
662).
Burmann de
den Theoloog aan
tesius"; en deze vooral beveelt hij
der
Nob. Renatus Car-
singulari felicitati, saeculum ornavit
practica
is
foederalist.
Na
de dogma-
met de casus conscientiae en het geheel der
,
;
wordt besloten met de Scholastieken en de Patres.
studie
korte overzicht blijkt genoegzaam
deze
schil,
Van
nood. Al hun doel
mende Theologen van meet af degelijke
nog geheel
Theologen
Voetius loopen.
;
dat
,
de
lijn
der Bibliotheca van
het wezen der Theologie reppen ze ternauwer-
op
gericht
is
leiding
van de studiën der aanko-
en deze studiën blijven
in
hoofdzaak
,
wat ze
op onze Gereformeerde Academiën geworden waren:
philologische
en philosophische propaedeuse, en
Theologie zelve studie van
de
H. Schrift
met inbegrip van de Ethica
laatste
in
Uit dit
het ook met klein ver-
zij
,
gesteund door studie der
,
bij
de
en de Dogmatiek, de
en slechts in de tweede plaats
historie.
§ 83. Joannes Clarisse.
reeks dezer Encyclopaediën van Gereformeerde zijde wordt
De
gesloten door Clarisse's. handboek.
behoorde èn
door
gelijk reeds in §
zijn
JOANNES CLARISSE (1770— 1846)
polyhistorie èn door zijn geestesrichting,
78 werd opgemerkt, nog geheel tot de vóór-Schleieren al valt in zijn Encyclopaedie niet elk
machiaansche periode;
spoor te loochenen van inwerking der latere Duitsche Encyclopaedisten
,
toch
sluit hij
zich het
nauwst aan
bij
Gaussen en Mursinna.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's