Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 65
Deel een. Inleidend deel
,:
Afd.
2.
Hfst.
Origenes.
§ 38.
III.
57
deering der heidensche wijsgeeren en van de Grieksche tragici en, ;
eerst
na dezen cursus doorloopen
hebben
te
gingen zijne kweeke-
,
lingen over tot de theologische vakken in engeren zin
,
waarbij de
exegetische en dogmatische behandeling van de H. Schrift op den
voorgrond trad, en ascetische oefening hieruit blijkt, dat de scheiding tusschen
Reeds
alle studie verzelde.
de theologische en niet-theolo-
gische studiën nogniet ten einde toe was doorgetrokken. Juist doordien
de te vormen theoloog, en niet het wezen der theologie, de groebeheerschte, moest er vermenging blijven bestaan;
peering
waarbij het echter opmerking verdient
iets
dat Origenes ook de voor-
,
bereidende studiën steeds op het doel der Theologie richtte, en aldus het organisch verband tusschen beide
en daarin in kiem het
,
wetenschappelijk karakter der Theologie handhaafde. Toch schijnt
Origenes van den anderen kant ook op de tegenstelling tusschen beide
groepen van studiën allengs meer nadruk hoogst belangrijk
encyclopaedisch
gaande mededeelt 'ETf/^
Si
y.oltyi%£Ïv
Cpoir^rxq
'aupx
lixrpi^c
i7rir£rpx/zf^év>}i;
t%
onroppi/tyvwiv
eire
xpó:
tXsiovc;
iftiy
Ayftyrpiov
U7T0
xvóftCpcovov
,
3 ih xcrxxhixv
VI. 3
in Hist. Eccl.
rx
xvoo$£Xij
waar
,
•ypx^iixriKÖóv "hoytov ^ixrpifiyv; d.
i.
en
Upóïg
(/.óvcp
rijg
ypx/jCf^xrixav
txvxytrsi
[jix3ry u,x<riv l
(avj
,
róv
irpostJTaroq
Xóyoov
(jt,sXXy<rxc
hxvrlxv
rvjv
rcóv
„toen Origenes het aantal zijner
hem
alleen het onder-
der school door Bisschop Demetrius bleef opgedragen, heeft
wijs ,
xvrcf
'ExxA^cr/tfr
rav
rv,v
kweekelingen steeds zag toenemen, en toch
hij
;
van Origenes zegt
hij
rijg
7rxi^tóf/,xrx
xxt roic
hebben gelegd
7rpo<rióvTX<;,
róv
vjyvi<7xi/.£voq
sTx
te
wat Eusebius ons dienaan-
is,
daar
z.
de oefening
i.
in
de studie der classieke letteren niet samenging met de heilige studiën, niet geaarzeld,
onnut en
over de classieke studie, als af te breken.
achten van
genes
''
Dat hiermee
alle
zelf in
classieke
zijn
brief
Eusebius nadrukkelijk
niet
is
aan
om
met de
zijn colleges
heilige studie,
bedoeld een methodistisch ver-
studie, blijkt
Ruaeus
genoegzaam (I.
uit
3, 4) schrijft.
wat Ori-
Ook
laat
uitkomen, dat vooral tijdsgebrek (vóxtouq
(poiryrxg xpotrióvTxq) Origenes tot deze
bewoog. Toch neemt
strijdig
dit niet
inkrimping van
weg, dat
in
zijn colleges
de aangehaalde woorden
de tegenstelling tusschen de profane en de theologische studie helder uitkomt,
en
dat
de
tegenstelling
tusschen
beide reeds diep tot
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's