Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 325
Deel een. Inleidend deel
,,
Afd.
Immers ac
summae de
Maiestatis
ascetische
„meritumapud Deum."
,
opus esse magni meriti in conspectu Divinae
,
apud
se statuant." Uit dien hoofde
moeten
donec studia absoluta
exercitia, „Heet pia,
Bovendien ze verliezen daarbij
differre."
317
2: „ Studendi laborem, ex obedientia et charitate,
leert §
ut par est, susceptum
ze
RATIO STUDII SOC. JESU.
§ I02.
III.
In de studie zelve ligt als zoodanig
28).
(p
Hfst.
2.
want de
niets,
sint,
niet studee-
renden volbrengen dan toch deze ascetische oefeningen en hiervan ,
komt de vrucht ook hun een
van
opheffing
studia.
Niet
bewerkt
,
de
ten goede (§
3).
nu
Feitelijk
ligt hierin
onderscheid tusschen de profana
het
leerstof,
maar de
intentio
,
bepaalt het karakter onzer studiën
,
et sacra
waarmede men haar van welken aard
die,
mogen altoos strekken moeten, om de gloria Dei et salus animarum te bevorderen. Toch erkent Ignatius, dat er studiën zijn, die dit doel meer rechtstreeks bevorderen en die daarom in de eerste plaats in de Societas Jesu moeten beoefend worden maar ook bij de opsomming
ze
ook
zijn
,
,
,
dezer praeferente
en
deze
geeft
(cap.
v.
et moralis
p.
1.
25);
en Pastoraal dienen ze,
hij
de profana
et sacra
dooreen
Philosophia Metaphysica et Theologia, ,
quam quae
scolastica
§.
mengt
„Litterae humaniores diversarum linguarum,
lijst:
Logica, naturalis
tam quae
studiën
te
positiva dicitur, et Sacra Scriptura"
waarbij dan later de Liturgiek, Homiletiek
komen
(zie
cap. VIII).
Het Kerkrecht moesten
voor wat het eigenlijke Kerkregiment aangaat aan de Decretisten ,
overlaten
(non attingendo tarnen eam partem canonum quae foro
contentioso inservit, cap. 12. §
1.
p.
Jesu het onderwijs der universiteiten
53).
Alleen waar de Societas
overnam
,
wil Ignatius dat er in
de onderlinge verhouding der studiën zekere encyclopaedische waardeering
zij
en dan treedt de Theologie als de hoofdstudie op den voor-
;
Haar moeten de Humanistische studiën dienen hij zelfs de Indische talen opneemt (§ 2). Voorts komen dan de Artes vel scientiae naturales, omdat deze grond een
(cap.
classe
12.
§
1).
,
waaronder
„disponunt ingenia ad Theologiam" Jezuïetenuniversiteit
„ut a nostro faculteiten
worden
(§
Instituto
aan 4).
geen
(sic)
(§
3).
magis remotum
";
faculteit
of althans
zulk een universiteit bestaan
En wat
Daarentegen
Medische of Juridische
,
niet
,
zal
de
hebben
ook waar deze
door hen bezet
eindelijk de richting bij deze studie betreft,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's