Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 252
Deel een. Inleidend deel
Afd.
244
2.
Hfst.
§ 84. CALIXTUS.
III.
dan de Exegese, daarna de Kerkhistorie volgen de Controvers toe
(p.
de plaats
stellen.
De
Voor den naam van
165, 166).
164,
163,
Scholastiek zou hij liever de
en voegt aan deze
,
benaming van Academica methodus
fout der
oude Scholastieken vindt
als
hun poging, om de waarheid intellectueel wel in hun kerkelijk standpunt, waardoor ze
bij
de Vulgaat en de door
zeer in
139).
(p.
tieken
,
Voor
het overige echter wil
verplicht
De accuratior rerum maken voor de „modo vulgaris et zou.
zijn
,
zijn religie
alsof
,
mag geen
1 '
plaats
Een goed theoloog moet
140).
in
ook wetenschappelijk met zulk een kracht
te
verdedigen „ ut hostibus veritatis terrori sit"
is
dan ook
in
af
proletaria doctrina, quae ad
,,
(p.
staan
dien zin den Christen niet
in
tractatio
,,
habendas sumcit
conciones
werden
evenals de oude Scholas-
hij
een degelijk ontleede kennis en wijst het verwijt
betamen
zoo-
hij niet
doorgronden,
Rome geijkte Kerkvaders te blijven
wetenschappelijke studie der Theologie
staat
te
in
den grond der zaak
de Theologie te beoefenen, die
niets
(p. 140).
de Scola thuishoort
in
,,
Scolastica"
anders dan die wijze van (p. 167).
Tus-
schen de Scola nu en de private Godsvrucht bestaat voor Calixtus
dit
alles beheerschend verschil dat de private Godsvrucht zich tevreden,
stelt
met het individueele,
maar de Kerk
terwijl
zoodanig
als
non tantum quomodo
de Scola niet den enkelen geloovige,
in het
singuli,
oog
quantum ad
conservari
oporteat,
fidem vita aeterna,
ut per
fieri
Quomodo autem
non opus
est ut singuli sciant, sed
p.
Ecclesiae 6).
Iets
praesunt,
wat
hij
aut
zoover
Ecclesia
fides, et
per
et
conservetur,
necesse habent ne ignorent,
ministerium drijft,
constitui
potest, pluribus mortalibus
constituatur
ii
igitur est
se adtinet, ad fidem
verbum praedicatum
quam maxime
obtingat.
qui
„Sciendum
quomodo Ecclesiam
et vitam pervenire possint; verum etiam et
vat.
dat
hij
in ea
obeunt" (Epitome
de eigenlijke theologie,
in tegenstelling met de gewone Godskennisse, wel Theologia Ecclesiastica zou willen noemen {Apparatus p. 174). Dit op den voorgrond plaatsen van de Kerk nu had vanzelf tengevolge, dat hij hoo-
ger waarde dan zijn tijdgenooten aan de historie toekende en tevens dat
hij,
op Keckermann's voetspoor, de Theologie louter soteriologisch
opvatte,
en
schikte. Dit
alle
overige Godskennisse onder de Philosophie rang-
standpunt nu bracht
hem
in strijd
met de Luthersche
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
![Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 252](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/encyclopedie-der-heilige-godgeleerdheid/1894/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's